Berkvens Josephus Philemon

Berkvens Josephus Philemon

Naam: Berkvens Josephus Philemon

Geboren te: Beerse

Geboren op: 1888-03-06

Overleden te: De Panne

Overleden op: 1917-08-17

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Beerse, Lange Kwikstraat 20

Beroep: Arbeider

Josephus Philemon BERKVENS was het vierde kind van Petrus Franciscus BERKVENS (°Vlimmeren 07-08-1852/+Sint-Jozef-Rijkevorsel 06-05-1939) en Maria Paulina LAMBRECHTS (°Herentals 13-10-1854/+Sint-Jozef-Rijkevorsel 24-01-1944). De ouders waren in Gierle gehuwd op 08-11-1878. Petrus Franciscus was toen werkman, Maria Paulina werkvrouw. Het gezin woonde in Beerse eerst op de Cementfabriek nr. 56, later op de Lange Kwikstraat nr. 20. In het gezin werden zeven kinderen geboren: Maria Mathildis (Til) (°23-08-1879), Maria Catharina (Mie), (°08-05-1882), Leonardus Amandus (°19-06-1885), Josephus Philemon (Mon) (°06-03-1888), Mathildis Florentia Emmerance (Rans) (°14-06-1891), Fredericus (Frederik) (°26-02-1895) en Justine Beatrix (Stien) (°08-10-1897). Justine Berkvens had tot 1961 een winkel op de Lange Kwikstraat nr. 20.

Philemon was arbeider in de cementfabriek en ongehuwd. Hij woonde bij zijn ouders in de Lange Kwikstraat nr. 20 in Beerse. 

Josephus Philemon BERKVENS behoorde tot de militieklas 1908, maar werd bij de loting vrijgeloot. Zoals dat toen dikwijls gebeurde, verkocht hij zijn lot tegen 1800 frank aan een rijke loteling die een dienstplichtig nummer getrokken had. Hij wordt in de familie beschreven als iemand die wel van een pintje hield en nogal avontuurlijk aangelegd was. Hij engageert zich datzelfde jaar als (V.A.P. = volontaire à primes) premievrijwilliger. Hij wordt als soldaat 2de klas ingelijfd bij het 24ste Linieregiment, 3de bataljon, 11de Compagnie met stamnummer 1241.

In de oorlog behoort hij tot het Vervoerkorps van de 1ste Legerdivisie, 6de P.M. (peloton de matériel de campement). Daar heeft hij stamnummer 189/1241. Hij moet bvb. het front bevoorraden met eten. Half augustus 1917 is hij onderweg met paard en kar en in Eggewaartskapelle (volgens een andere bron in Poelkapelle) ontploft vlakbij hem een obus. Het paard schrikt op, springt op Philemon en verplettert zijn borstkas. Hij wordt op 16 augustus 1917 afgevoerd naar het Belgisch Militair Hospitaal l’Océan in De Panne, maar overlijdt er op 17-08-1917 aan zijn verwondingen.

Het stoffelijk overschot werd op 19 augustus om 11 u. in Adinkerke begraven in graf nr. 2146, maar later (op 08-08-1921) ontgraven en overgebracht naar de gemeentelijke begraafplaats van Beerse. Het graf zou inmiddels verwijderd zijn.

Op zijn doodsprentje staan de volgende gelegenheidsverzen:
‘Rust zacht, ginds verre, o kloeke held!
Die trouw aan vorst en plicht en eer
Met mannenmoed ten strijde trok.
Ach, Philemon, keert gij nimmer weer?
In Vlaanderen, bij ’t kanongebulder,
Daar vielt gij onder ’t moordend lood;
Daar stierft gij fier, o dappre strijder;
Voor ’t Vaderland, den heldendood.
En sneuvlend ginds, aan Ryckevorsel-Beersse denkend,
Alsook aan ’t ouderhuis… met ’t kruis in d’hand,
Klonk zacht uw beê: O Heer, mijn bloed
Smeekt U om vreê voor ’t vaderland.
O Vaderland, o ouders lief,
Ach broêrs en zusters teer,
Voor u mijn bloed, mijn laatste zuchten,
Vaarwel, vaarwel, tot bij den Heer.’

Twee broers van Philemon BERKVENS streden ook aan het front:
Zijn oudste broer, Leonard (°1885), was in 1911 naar Canada geëmigreerd en keerde met het Canadese leger terug naar België om het vaderland te verdedigen. Uit zijn brief van 30 augustus 1914 vanuit Canada blijkt dat hij wel een erg naïeve voorstelling van de Duitse inval had: ‘Ik heb vernomen dat ons vaderland in oorlog is met Duitschland, hetgeen mij veel verdriet doet, want dat zal daar een armoei en ellende zijn (…). Ook heb ik in de gazet gelezen dat die Duitsche barbaren dorpen en steden in brand steken, maar ik denk dat de Belgen op weg zijn om Berlijn in te nemen en ook hetzelfde zullen doen, want de overwinning behalen zullen zij zeker; daar is het Belge volk veel te sterk voor; en dan Frankrijk, Engeland en Rusland; mij dunkt Duitschland is zot. Ook heb ik in de gazet gezien dat de Belgen veel Duitschen gedood hebben in Luik, Charleroi, Namen en Diest (…). Ook zijn ik zeer nieuwsgierig naar mijne broeders. Onze Mon is er zeker bij, maar onze Frederik is ook al oud genoeg; mijn gedacht is dat dien er ook bij zal zijn. Van Eysendijck, ge moet het mij eens laten weten, want ik zijn zoo krieus.’ Leonard werd in de oorlog ernstig gewond en gerepatrieerd naar Canada waar hij nog een jaar in het ziekenhuis heeft gelegen. Hij heeft zijn ouders nooit meer teruggezien.
Zijn jongere broer, Frederik (°1895) slaagde er in 1915 in bij het kasteel Maxburg in Meer door de dodendraad te geraken. Nederland was toen neutraal gebied. In Breda nam hij de trein naar Vlissingen, dan reisde hij met de boot naar Engeland en zo naar Frankrijk waar hij zich als vrijwilliger aanmeldde, in een instructiekamp zijn basisopleiding kreeg, en daarna naar de IJzer kon gaan vechten. Frederik was muzikaal aangelegd en leerde in het leger trompet spelen. Hij wekte als klaroen de troepen bij een nakende aanval. Hij lag drie jaar in de loopgraven en kende veel ontberingen. Omdat de bevoorrading aan het front heel moeizaam verliep, gingen ze ’s nachts ratten vangen aan de IJzer, vilden ze en braadden de billen op een vuurtje, zo overleefden ze. In 1917 kreeg Frederik een kogel in zijn been. In het veldhospitaal in De Panne vond hij zijn broer Philemon, die op sterven lag.

De naam van Philemon Berkvens staat op de gedenkplaat voor de oud-strijders 1914-1918 van Beerse.

Heemkundige Kring De Vlierbes, Beerse, Jaarboek 1998, hoofdstuk “Beerse in de Eerste Wereldoorlog – Gesneuvelden”

Rijksarchief van België (voor zover online beschikbaar)
geneanet
https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=2905
https://files.warveterans.be/pdf/A4/1569.PDF
https://database.namenlijst.be/publicsearch/#/person/_id=603EEFBE-297B-11D2-B12B-BE2CDE1F7030
https://www.gva.be/cnt/aid1551626/overleven-op-gebraden-rattenbillen

de drie broers Berkvens
gedenksteen voor de oud-strijders 1914-1918 van Beerse
de trompet van Frederik Berkvens