Broekmans Franciscus Joannes

Broekmans Franciscus Joannes

Naam: Broekmans Franciscus Joannes

Geboren te: Meer

Geboren op: 1892-05-30

Overleden te: Hoogstade

Overleden op: 1918-10-14

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Hoogstraten(Meerle), Kerkstraat nr. 32, Meerle

Beroep: schoenmakersgast bij zijn vader

Franciscus Joannes BROEKMANS was een zoon van schoenmaker Pieter BROEKMANS (°Raamsdonk, Ndl 11-01-1852/+Hoogstraten 17-03-1938) en Maria Adriana HAVERMANS (°Zundert, Ndl 18-03-1852).

Eerder, nl. op 16-08-1876, was zijn vader gehuwd met wollennaaister Antonia Petronella VERMEEREN (°Hoeven, Ndl 17-09-1851). Binnen dit huwelijk vonden acht geboorten plaats, eerst in Waspik: Petrus Jacobus (°11-06-1877) en Adriana Johanna (°29-08-1878 /+Meer 29-05-1891), daarna in Meer, in het Dorp: Petrus Josephus (°07-04-1883), Joannes Jacobus (°13-05-1884/+Meer, in het Dorp 28-04-1885), Franciscus Joannes (°20-01-1886/+Meer 29-06-1891), de tweeling Maria Elisabeth (°06-11-1887/+Meer, in het Dorp, 19-11-1887) en Maria Rosalia (°06-11-1887/+Meer, in het Dorp, 25-11-1887) en tenslotte een levenloos (m) kind (°/+ Meer 27-02-1889) dat slechts enkele uren leefde. Deze laatste geboorte werd Antonia Petronella fataal, ze overleed enkele dagen later op 05-03-1889. Kort nadien, op 25 mei 1889 hertrouwde Petrus BROEKMANS in Zundert met Maria Adriana HAVERMANS (°Zundert, Ndl 18-03-1852). Ze bleven in Meer wonen en kregen samen nog twee kinderen: Elisabeth Antonia (°21-03-1890) en Franciscus Joannes BROEKMANS (°30-05-1892). Na de geboorte van Frans verhuisde het gezin naar de Kerkstraat nr. 32, in Meerle. Voor de oorlog was de ongehuwde Frans BROEKMANS schoenmakersgast bij zijn vader. Volgens een brief op 12 december 1919 geschreven door Pieter Broekmans, was Frans de steun voor het gezin, zijn moeder, Maria Havermans, zou na het vernemen van zijn dood van verdriet overleden zijn.    

Franciscus Joannes BROEKMANS was van de lichting 1912. Op 14 maart 1912 worden hem in Antwerpen de krijgswetten voorgelezen en tekent hij dat hij ze begrijpt en beseft dat hij er vanaf dat moment aan onderworpen is. Hij wordt toegewezen aan het 12de Linieregiment. Op 1 oktober 1912 begint zijn actieve dienst in het Belgische Leger als soldaat 2de klas met het stamnummer 72302. Hij is 1 m 76 groot en heeft kastanjebruin haar.

Op 1 augustus wordt hij weder onder de wapens geroepen bij het 6de Linieregiment, 1ste bataljon, 2de compagnie (stamnummer 106/72302).  Hij blijft bijna ononderbroken actief aan het front. Het 6de Linie is onderdeel van de 6de gemengde brigade, onderdeel van de 2de legerdivisie en wordt op 4 augustus van Antwerpen overgebracht naar Leuven. Tijdens de eerste uitval uit Antwerpen rukt de 2de afdeling voetvolk waartoe de eenheid van Frans BROEKMANS behoort, op in de richting van Boortmeerbeek en Over-de-Vaart. Op 25 augustus bezetten ze Wespelaar, op 26 augustus het station van Haacht. Het lukt niet te Tildonk de vaart over te steken en ze trekken terug op de versterkte stelling van Antwerpen. Op 11 september neemt de 6de gemengde brigade stelling ten noordwesten van Wezemaal. Op 12 september proberen ze Wijgmaal in te nemen, wat niet lukt. Ze trekken ’s anderendaags terug richting Antwerpen, verdedigen de tussenruimten tussen de forten van Sint-Katelijne-Waver en Koningshooikt. Aan de Nete proberen ze de opmars van de Duitsers te vertragen. Tijdens de slag aan de IJzer in oktober volgen zware gevechten in de Westhoek. Op 31 oktober lijken de Duitsers te wijken. De 2de Legerafdeling bezet vanaf november 1914 de sector van het Kanaal van Veurne tot aan de Venevaart en de ‘Eendensector’ (ten zuiden van Diksmuide). Vanaf 14 december 1915 is Frans in afwachting (en subsistance) opgenomen in het R.E.M. (het was niet te achterhalen waarvoor die afkorting staat, het is alleszins een positie die als frontdienst wordt beschouwd), maar op 20 juli 1916 keert hij terug naar de 2de Compagnie. In 1916 trekken ze naar Noordschote-Steenstrate. In 1917 voeren ze met verkenningstroepen stoutmoedige raids uit in Diksmuide. Vanaf december 1917 zijn ze in Ramskapelle. Frans BROEKMANS loopt een ziekte op en moet op 7 februari 1918 afgevoerd worden naar het hospitaal. Op 11 februari wordt hij voor verdere verzorging naar het hospitaal op de rue des Soupirants nr. 27, te Calais overgebracht en op 3 maart naar het ziekenhuis in Le Havre.  Na zijn ontslag aldaar wordt hij op 27 maart 1918 onderzocht in het C.T.A.M. (Centre de Triage d’Anciens Militaires) en op 2 april doorverwezen naar het C.I.A.M. (Centre d’Instruction d’Anciens Militaires) waar hij rust en traint tot hij op 17 mei 1918 terug naar het 6de Linie kan. Hij wordt daar nu ingedeeld bij de 3de Compagnie. In mei 1918 bevindt deze zich in Boezinge. Tijdens het eindoffensief houdt de 2de L.A. de vijand in bedwang op de frontlijn Nieuwpoort-Diksmuide en voert verscheidene raids uit. Dan worden ze naar de voorste linies gestuurd. Op 14 oktober breekt bij verrassing een nieuwe aanval los. In enkele uren tijd, is het Duitse front ingebeukt tot aan de lijn Izegem-Lendelede. Maar in het naburige Beitem (of in Izegem) is Frans BROEKMANS zwaar gewond geraakt. Beitem is een gehucht van Rumbeke, nu een deelgemeente van Roeselare. Frans wordt nog overgebracht naar het Belgische veldhospitaal in ’t gesticht Clep te Hoogstade, maar sterft nog dezelfde dag aan zijn kwetsuren.

De overlijdensakte van Franciscus BROEKMANS wordt op 15 oktober 1918 opgesteld in de gemeente Hoogstade. Hiervan bevindt zich een eensluidend afschrift in het militaire dossier.

Op 16 oktober 1918 wordt hij begraven op de militaire begraafplaats in Sint-Rijkers (nabij Alveringem) in graf nr. 214. Dat is een heel eind verwijderd van Hoogstade. Het graf werd pas op 7 december 1920 teruggevonden. Op 20 november 1921 wordt hij herbegraven in Meerle op het ereperk aan de kerk. Zijn naam staat vermeld op het oorlogsmonument dat daar toen werd opgericht.

Franciscus BROEKMANS kreeg voor zijn 4 jaren frontdienst zeven frontstrepen.

Op 16-08-1920 werden hem de onderscheidingen van Ridder in de Orde van Leopold II en het Oorlogskruis postuum toegekend wegens een zeer lange tijd frontdienst. Zijn vader mocht de onderscheiding van het Oorlogskruis met palm, in ontvangst nemen te Meerle op 13 december 1920.

Op 12 december 1920 vraagt Petrus BROEKMANS via de V.O.S. afdeling Meerle de strijdersbegiftiging aan. Frans BROEKMANS was van 1 augustus 1914 tot 14 oktober 1918, 50 maanden en 14 dagen aan het front, afgerond 51 maanden in frontdienst. Zijn nabestaanden hebben dus recht op 51 x 75 frank strijdersbegiftiging = 3825 frank, verminderd met 300 frank familiebegiftiging die ze reeds ontvangen hebben, 3525 frank.

De foto van Franciscus BROEKMANS staat op de prent die in Meerle gemaakt werd voor de gesneuvelden van het dorp op de onderste lijn, tweede van rechts.