Cox Joannes Franciscus

Cox Joannes Franciscus

Naam: Cox Joannes Franciscus

Geboren te: Loenhout

Geboren op: 1893-03-07

Overleden te: Tervate (Stuivekenskerke)

Overleden op: 1914-10-24

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Rijkevorsel, Bolk 92

Beroep: landbouwer

Joannes Franciscus COX was de oudste zoon van Petrus Joannes COX (°Loenhout 20-03-1868) en Joanna Theresia VAN VELTHOVEN (°Loenhout 09-04-1869). De ouders huwden in Loenhout op 01-06-1892. Voor zij huwden was Petrus Joannes dienstknecht en Joanna Theresia dienstmeid. Ze bleven eerst in Loenhout wonen waar de vader dan werkman was; daar werden twee kinderen geboren: Joannes Franciscus (°07-03-1893) en Jacobus (°22-03-1894). Ze verhuisden naar Wuustwezel en vader werd er herbergier; daar werden de volgende acht kinderen geboren: Maria Louisa (°02-02-1896), Jan Martinus (°05-09-1897), Philomena Maria (°26-01-1899), Joanna Ludovica (°23-03-1901), Cornelius Martinus (°01-12-1902), Frans Lodewijk (°10-02-1905), Maria Theresia (°03-12-1907) en Anna Elisabeth (°05-10-1909). Hun jongste kind, Jozef Jan, werd in Rijkevorsel geboren op 10-08-1912.

Voor hij in dienst trad, oefende Jan Frans samen met zijn vader het beroep van landbouwer uit in het gehucht Bolk (nr. 92) in Rijkevorsel. Bolk behoorde toen kerkelijk tot de parochie van Wortel. Jan Frans was ongehuwd.

Jan Frans COX was van de lichting 1913 en begon dus in 1913 aan zijn diensttijd als milicien. Hij was soldaat 2de klas bij de Grenadiers gekazerneerd in de Prins Albert Kazerne in Brussel.

Op de vooravond van de algemene mobilisatie wordt het regiment Grenadiers ontdubbeld tot 1ste en 2de regiment Grenadiers. Jan Frans COX wordt ingedeeld bij het 1ste Grenadiers, met stamnummer 135/50729 en behoort tot het 1ste bataljon, 2de compagnie.

De twee regimenten Grenadiers vormen samen met twee bereden batterijen de 18de gemengde brigade. Ze strijden in de 6de legerdivisie met aan het hoofd luitenant-generaal Albert de Lantonnois van Rode. Ze nemen deel aan de drie uitvallen uit Antwerpen op respectievelijk 24 tot 26 augustus, 25 tot 27 september en 9 tot 13 oktober 1914. Daarna volgt de Slag aan de IJzer (van 21 tot 25 oktober). Op 22 oktober 1914 bereiken de gevechten daar een kritieke fase. De Duitsers zijn erin geslaagd iets voor de dageraad ter hoogte van de zwak verdedigde bocht van Tervate de IJzer over te steken. Wanneer de Belgische generale staf dit om 08.30 u. officieel verneemt, bevinden er zich al twee Duitse infanteriebataljons, ondersteund door twaalf machinegeweren in de IJzerbocht. Alle beschikbare troepen worden ingezet voor een reeks wanhopige tegenaanvallen. Vooral de Karabiniers en Grenadiers van de 6de Legerdivisie lijden hierbij verschrikkelijke verliezen.

Een aantal mannen van een bataljon 1ste Grenadiers, waaronder Jan Frans COX, slagen erin – ondanks het moeilijke terrein doorsneden met diepe grachten – tot aan de IJzer op te rukken. Maar in de loop van de nacht van 22 op 23 oktober worden ze afgesneden van hun hoofdmacht, hun munitie raakt op en ze worden uitgeschakeld door de Duitsers. Een ooggetuige beschreef de doodstrijd van dit handvol militairen: ‘Het is een doornatte, verkleumde en afgematte schamele groep, die een bocht van 3 km. moet verdedigen tegenover een vijand voor hen, in de flanken en in de rug. De bedreiging komt het meest uit de hoeven, die nu echte vestingen zijn geworden en elke verkenning onmogelijk maken. Men vraagt, smeekt om versterking, om hulp, maar het hevig spervuur belet het aanrukken ervan. Er ontstaat verwarring, bevelen worden niet begrepen; (…) tot de nieuwe dag aanbreekt over dit tragische oord van ellende en dood. Een laatste handvol mannen, uit verschillende regimenten, vuurt van op de IJzerdijk, slinkt, schiet, kruipt terug en vermindert tot de overblijvenden het brandende Stuivekenskerke of het beschoten Pervijze bereiken.‘ Jan Frans COX is niet bij de gelukkigen die uit die hel weten te ontkomen. Hij sneuvelt ergens op de IJzerdijk tussen 24 en 26 oktober 1914. De rechtbank van Turnhout spreekt het vonnis over zijn overlijden pas uit op 14-06-1923. Officieel is hij gestorven in Tervate (Stuivekenskerke) op 24 oktober 1914. Dit vonnis wordt dan ook bezorgd aan de gemeente Rijkevorsel om over te schrijven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente.

Het duurt wel een tijd eer zijn oorspronkelijke begraafplaats wordt ontdekt. Ergens in Tervate (Stuivekenskerke) ligt een ‘onbekende’ soldaat begraven ingeschreven in het frontregister 1268 met stamnummer 59729. Op 12-10-1920 blijkt deze onbekende Jan Frans COX te zijn die het stamnummer 50729 had. Zijn juiste stamnummer wordt op het kruis aangebracht. Op 31-03-1924 worden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de militaire begraafplaats op de Keiemdorpstraat in Keiem, daar krijgt hij graf nr. 407.

Postuum krijgt Jan Frans COX de volgende onderscheidingen: Het Kruis van Ridder in de Orde van Leopold II met palm, Het Oorlogskruis met palm (beide toegekend bij K.B. dd. 26-07-1920) en de IJzermedaille (toegekend bij K.B. dd. 27-11-1925).

Bijeengebracht door Marieke SYSMAS (ASO Spijker, Hoogstraten)

X, Jean-François Cox, s. d. (14/10/2016,  http://www.wardeadregister.be/nl/content/cox-4)

X, Jean-François Cox, s.d. (14/10/2016, https://database.namenlijst.be/publicsearch/#/person/_id=603EA97B-297B-11D2-B12B-BE2CDE1F7030)

PEPERMANS. P. L., 1e en 2e grenadiers, hunne geschiedenis, s.d. (14/10/2016, http://www.tenboome.webruimtehosting.net/guldenboek/Guldenboekprojecttotaal/regimenten/1en2gren.htm)

X, Officiele lijst met veldslagen en gevechten WO1 (sic), 7/11/11 (14/10/2016, http://ablhistoryforum.be/viewtopic.php?f=18&t=1869)

Militair dossier

 

geneanet
https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=8249
https://files.warveterans.be/pdf/A11/5652.PDF
https://database.namenlijst.be/publicsearch/#/person/_id=603EA97B-297B-11D2-B12B-BE2CDE1F7030
http://www.1grdeporte.info/1grdeporte/Historiek_Grenadiers.html
https://www.bloggen.be/vlaanderensvelden/archief.php?ID=2645164

informatie verkregen van de Heemkundige Kring van Rijkevorsel