Cox Louis

Cox Louis

Naam: Cox Louis

Geboren te: Meer

Geboren op: 1893-02-26

Overleden te: Berchem

Overleden op: 1914-09-19

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Hoogstraten(Meer), Werkhoven 32, Meer

Beroep: landbouwersknecht

Ludovicus COX werd geboren te Meer op 26 februari 1893 als zoon van Adriaan COX (°Meer 26-08-1864/+Meer 07-08-1941; werkman, landbouwer) en Maria Catharina SCHELLEKENS (°Meer 28-03-1860). Zijn ouders waren in Meer gehuwd op 7 mei 1887 en zouden een tiental kinderen krijgen: Petrus Joseph (°Meer 13-04-1886), Joannes Baptista (°Meer 27-01-1888), Jacobus (°Meer 19-08-1889), Maria Elisabeth(°Meer 28-02-1891), Ludovicus (Louis) (°Meer 26-02-1893), Joanna Rosalia (°Meer 17-04-1895), Maria Catharina (°Meer 05-09-1897), Anna Elisabeth (°Meer 20-04-1899), Rosalia (°Meer 22-11-1901) en Anna Cornelia of Adriana (°Meer 09-10-1904). Ze woonden in het gehucht Werkhoven nr 32 te Meer.

Louis was landbouwersknecht van beroep en ongehuwd. Uit het medisch onderzoek bij het begin van zijn militaire dienst vernemen we dat hij 1 m 775 mm groot is, een breed gezicht met donkere teint heeft, een gemiddeld hoog voorhoofd, lichtblauwe ogen, een grote brede neus, een grote mond met dunne lippen, een kuiltje in de kin, stug kastanjebruin haar en wenkbrauwen, en flaporen.

Als milicien van de lichting 1913, wordt Louis COX ingelijfd op 11 juli 1913 en begint aan zijn actieve dienst op 16 september 1913. Hij krijgt het stamnummer: 58886.

Op 1 augustus 1914 is hij als soldaat present in Antwerpen, bij het 7de Linieregiment 2/1, onderdeel van de 4de legerdivisie. Dit regiment wordt o.a. ingezet bij de Tweede Uitval uit Antwerpen (gevechten te Aarschot en Leuven). Er wordt gezegd dat hij tijdens deze veldslag in het dijbeen geraakt werd met een dumdumkogel (een kogel die fragmenteert of uitzet bij het treffen van het lichaam en zo zware verwondingen veroorzaakt). Op 18 september wordt hij geëvacueerd naar het militaire hospitaal aan de Marialei in Berchem (Antwerpen). Hij overlijdt daar op 19 september aan complicaties van zijn verwondingen. In zijn militair dossier staat ergens dat hij krijgsgevangen genomen is door de Duitsers en in gevangenschap overleed. Waarschijnlijk een vergissing, vermits het krijgshospitaal in Berchem een Belgisch hospitaal was.

Louis COX was een van de eersten die begraven werden op Schoonselhof (te Wilrijk). Hij ligt daar op het militair ereperk in graf nr. 22.

Louis COX is in frontdienst van 01-08-1914 tot 19-09-1914 = 1 maand en 19 dagen. Hij heeft dus geen recht op frontstrepen (de eerste frontstreep krijg je pas na één jaar frontdienst).

Op 9 oktober 1919 vraagt Adriaan COX, zijn vader, de vergoeding van het strijdersfonds aan via V.O.S. afdeling Meir.

Op 6 november 1920 bevestigt het ‘Vredegerecht des kantons Hoogstraeten’ dat de ouders van Lodewijk COX zijn enige erfgenamen zijn ‘voor het geheel’.

Op 30-08-1922 berekent het ministerie van defensie het bedrag voor het strijdersfonds. Voor de 2 maanden aan het front heeft hij recht op 150 frank strijdersbegiftiging. Omdat hiervan 300 frank familiebegiftiging wordt afgetrokken, hebben de nabestaanden nog recht op 0 frank.

Op 25 juli 1925 krijgt Louis COX postuum de onderscheiding van Ridder in de orde van Leopold II met palm.

 

De naam van Louis COX staat op het oorlogsmonument te Meer.


In Meer circuleerde een prent met de foto’s van 4 gesneuvelden 1914-1918 uit Meir. De naam ‘Ludovicus Cox’ staat centraal in een eivormige contour met bovenaan een strik met de vermelding ‘gesneuveld den 9 September 1914’, wel zonder foto.

5 gesneuvelde soldaten uit Meer

oorlogsmonument in Meer
namen op het oorlogsmonument in Meer

krijgshospitaal aan de Marialei in Berchem