Dieltiens Joannes Jacobus

Dieltiens Joannes Jacobus

Naam: Dieltiens Joannes Jacobus

Geboren te: Turnhout

Geboren op: 1893-04-13

Overleden te: Pervijze

Overleden op: 1914-12-18

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Turnhout, Broekzijde

Beroep: ?

Joannes Jacobus BAUWERAERTS werd op 13 april 1893 als onwettig kind van kantwerkster Maria Catharina BAUWERAERTS (°Turnhout 17-09-1871) geboren in Turnhout in de Patriottenstraat nr. 9 in de wijk Stoktakkers. Op 25 november 1895 huwde Maria Catharina in Turnhout met rondleurder Martinus DIELTIENS (°Turnhout, in de Paterstraat 15-04-1872) en bij dat huwelijk werd Joannes Jacobus erkend en gewettigd. Vanaf dan ging hij door het leven als Joannes Jacobus DIELTIENS. Het gezin woonde in de wijk Schorvoort, maar omwille van zijn beroep als leurder, een rondreizende koopman, was het gezin vaak onderweg. Er werden nog minstens zes kinderen geboren, de eerste drie in Turnhout: Petrus Josephus (°09-07-1896/+Turnhout 09-11-1898), Anna Joanna (°13-07-1898) en Petrus (°03-07-1900). Christianus (°29-11-1904) werd in Vorselaar geboren, Carolus (°19-12-1906) in Schoten en Maria Josephina (°12-03-1910) in Nijlen. Vanaf 1904 is Martinus in staat akten te tekenen, voordien zijn beide ouders ongeletterd. In de geboorteakte van 1910 staat bij Maria Catharina een beroep opgegeven: ze is dan leurster. Volgens het bevolkingsregister 1900-1910 van Turnhout woonden in die periode ook Anna Joanna DIELTIENS (°1851) en Anna Josephina DIELTIENS op hetzelfde adres.

Na het overlijden van haar man (+ waarschijnlijk voor 1914, want hij wordt op het bidprentje niet aangesproken), hertrouwt (voor maart 1925) Maria Catharina BAUWERAERTS met Joannes VAN MENSEL en woont in Turnhout op Broekzijde nr. 27. In 1925 is zijn oudste zus Anna Joanna DIELTIENS vermeld als echtgenote van Gummarus SIPS en woont in het Papenstraatje nr. 40 in Turnhout. In 1929 zijn beide ouders overleden en woont zus Anna Joanna op Broekzijde nr. 27 in Turnhout. Van in de jaren ’30 woont ze in Tilburg en is koopvrouw; als ze weduwe is, hertrouwt ze daar met Wilhelmus Joannes Josephus HOPMANS, ze overlijdt in Tilburg in 1985.  

Joannes Jacobus DIELTIENS was ongehuwd en woonde in Turnhout, Broekzijde nr. 21, 24 of 27. Het is niet geweten welk beroep hij uitoefende.

Joannes Jacobus DIELTIENS was van de lichting 1913 en trad in 1913 in dienst van het Belgische Leger bij het 12de Linieregiment. Hij heeft het stamnummer 112/58181.

Bij de algemene mobilisatie op 1 augustus 1914 is Joannes Jacobus DIELTIENS als soldaat 2de klas present bij het 12de Linieregiment gekantonneerd in Luik. Het 12de Linie is onderdeel van de 12de gemengde brigade en vecht in de 3de legerdivisie. Het 12de Linie neemt deel aan de verdediging van de versterkte stelling Luik: Visé, Herstal, Queue-du-Bois… Daarna trekken ze naar Antwerpen en nemen deel aan de verschillende uitvallen en de verrichtingen rondom de stad. Dan zijn ze actief aan de IJzer: van 16 tot 26 oktober bezetten ze Diksmuide ondanks veertig Duitse stormlopen en zware bombardementen. Een derde van de manschappen blijft op het slagveld achter… Vanaf 1 november 1914 tot 19 december 1914 zijn ze in de ondersector Pervijze. Joannes Jacobus DIELTIENS behoort tot het 3de bataljon, in de loop van zijn tijd aan het front verandert hij enkele keren van compagnie (2de, 4de en 10de). Omstreeks 18 december 1914 drukt De Vlaamse Gazet een brief af van een Belgisch soldaat, die als telegrafist bij het leger in Veurne-Ambacht werkzaam is: ‘Diksmuide, Pervijze, Ieper liggen alle vergruisd. De lijken zijn op het kerkhof uit de grond geschoten. In de omliggende streken vindt ge in al de weiden alle 5 à 6 meters een “marmit”, d.i. een door een granaat geploegde put, welke voor de 12 cm kanonnen ongeveer 1,5 m diep is en 2,5 meter doorsnee heeft en voor de stukken van 28 cm zoiets van 3 m diepte en 4 m doorsnee. In deze putten worden onze doden begraven. De aarde is hier letterlijk omgeploegd door de granaten en de huizen worden nu nederig vertegenwoordigd door een steenhoop. Onze divisies lossen beurtelings de eerste vuurlijn af na een tiental dagen loopgraafleven (in dit seizoen), om in de tweede lijn wat uit te rusten. Onnodig u te melden, hoe aangenaam het is, in die kille aarde, ineengedoken en onbeweeglijk dagen en nachten bij het gure winterweer door te brengen, en dan rollen de “brisants” en “schrapnells” boven uw hoofd door de luchtruimte en ontploffen als een zandhoos in de grond. Wee u als de loopgraven ontdekt zijn, want de dood wordt met oorverdovend gekraak in het ronde gezaaid. Van de gekwetsten wil ik niet spreken. Dit is onmenselijk. Het komt dikwijls voor, dat de loopgraven niet voorzien kunnen worden van mondbehoeften, aangezien zij door de obussenregen niet genaakbaar zijn. Begrijp dan het lot van die heldhaftige jongens onder zulke omstandigheden. In hoeveel loopgraven steeg het water niet tot 20 of 30 centimeter.’ Zo is de sfeer als Joannes Jacobus DIELTIENS op 18 december 1914 in Pervijze dodelijk getroffen wordt door een shrapnelkogel. Een shrapnel is een soort granaat gevuld met loden of stalen kogels en een uitdrijvende lading. In zijn militair dossier wordt vermeld dat hij pas op 25 december 1914 is gesneuveld. Misschien werd hij pas dan gevonden (?). Hij wordt eerst in Pervijze begraven op de gemeentelijke begraafplaats. Op 17 september 1924 worden zijn stoffelijke resten overgebracht naar graf M-7 op de Belgische militaire begraafplaats van De Panne in de Kerkstraat.

Joannes Jacobus DIELTIENS was van 1 augustus 1914 tot 25 december 1914, dus 4 maanden en 25 dagen in frontdienst. Hij heeft dus geen recht op frontstrepen, de eerste frontstreep kreeg een soldaat pas na een volledig jaar frontdienst.

Het vonnis over de dood van Joannes Jacobus DIELTIENS te Pervijze op 18-12-1914, wordt uitgesproken op 1 mei 1924; zijn overlijdensakte kan nu bijgeschreven worden in de registers van de burgerlijke stand van Turnhout.

Op 12 maart 1929 vraagt zijn oudste zus Anna Joanna DIELTIENS de strijdersbegiftiging aan bij het Strijdersfonds te Turnhout. De 300 frank familiebegiftiging werden reeds uitgekeerd. Het Ministerie van Landsverdediging berekent dat Joannes Jacobus DIELTIENS recht heeft op 5 maanden strijdersbegiftiging aan 75 frank/maand.

Joannes Jacobus DIELTIENS kreeg de onderscheiding van Ridder in de Orde van Leopold II met palm (K.B. 09-12-1922) en het Oorlogskruis (K.B. 09-2-1922) toegekend.

Anna Joanna DIELTIENS neemt op 02-07-1923 in Turnhout het Oorlogskruis met barrette in ontvangst als oudste zus van Joannes Jacobus DIELTIENS; ze woont dan Broekzijde nr. 21, Turnhout.

Op 28-03-1940 vraagt het Belgische Leger nog een uittreksel uit de geboorteakte van Joannes Jacobus DIELTIENS aan bij de gemeente Turnhout; dit wordt bezorgd op 01-04-1940.(?)