Etienne Leo Pierre Louis

Etienne Leo Pierre Louis

Naam: Etienne Leo Pierre Louis

Geboren te: Meer

Geboren op: 1890-10-23

Overleden te: Sint-Joris

Overleden op: 1914-10-23

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Arendonk, Koeistraat 62

Beroep: postbeambte

Léon Pierre Louis/Leo Pieter Lodewijk ETIENNE werd geboren te Meer op 23 oktober 1890. Zijn vader, Manuel Joseph ETIENNE (°Kessenich, Limburg 06-09-1847) was van 24 februari 1875 tot aan zijn pensioen (07-09-1912) brigadier der douanen te Arendonk. Zijn moeder, Nathalia VAN DEN BRIELE (°Oostkerke (bij Damme), West-Vlaanderen 06-12-1851) was huisvrouw. Ze waren in Essen gehuwd op 6 juni 1883 en woonden toen Leo geboren werd in Meer, maar omstreeks 1910 verhuisde het gezin naar Arendonk. Buiten Leo werden er in Meer nog drie zussen en een broer geboren: Ludovica Maria (°06-04-1884), Eugenia Margareta (°29-05-1885), Joseph Joannes Leo (°02-12-1886/+Meer 11-11-1889) en Leonia Josepha Honoria (°21-09-1888). Twee van zijn zussen wonen later, zeker in november 1929,  in Schaarbeek op de Haechtsche Steenweg 256, waarschijnlijk na het overlijden van de moeder. Een allusie op het doodsprentje doet vermoeden dat vader ETIENNE overleden is voor Leo naar de oorlog vertrok.  De ongehuwde Leo woonde voor de oorlog bij zijn moeder op de Koeistraat 62 te Arendonk en was postbeambte van beroep.   

Leo ETIENNE was van de lichting 1910 en vervulde dus zijn dienstplicht toen het gezin in Arendonk was komen wonen. Hij was korporaal bij het 5de Linieregiment en had het stamnummer 55982.

Op 1 augustus 1914 is hij paraat bij het 5de Linie, 1ste bataljon, 2de compagnie (onderdeel van de 2de legerdivisie). 

Tijdens de Slag om de Molen in Rotselaar (september 1914) raakt het 1ste Bataljon van het 5de Linieregiment in een hardnekkig gevecht gewikkeld en wordt bestookt door een enorm artillerie-, infanterie- en mitrailleurvuur. De Duitsers gaan zelf in de aanval. Het gevecht is enorm. Rond 08.45 uur heeft het 1ste Bataljon enorme verliezen ondergaan, maar men vermoedt dat de vijand er nog erger aan toe is, want zijn vuur neemt opmerkelijk af. Het Bataljon vraagt dringend munitie en versterking. Het vijandelijk vuur neemt opnieuw toe. De Duitse artillerie bestookt het ganse terrein. De Belgische vooruitgang wordt gestuit, maar ondanks de vijandelijke druk en enorme verliezen houden de Belgen stand. Deze gevechten heeft Leo ETIENNE overleefd.

Half oktober is het 5de Linie aanwezig bij de Slag aan de IJzer tussen Sint-Joris a/d IJzer en Ramskapelle. De toestand aldaar op 21 oktober 1914: Met ongehoorde hevigheid wordt het Belgische front vanaf 01 uur beschoten. Over een frontlijn van zowat 20 km schieten 400 Duitse stukken met kalibers van 77 tot 210 mm. De loopgraven van de Tweede Divisie in Nieuwpoort en Sint-Joris (een gehucht van Nieuwpoort) worden aan flarden geschoten. Op sommige ogenblikken worden 20 à 30 inslagen per minuut geteld. De Belgen schieten terug met 350 stukken van 75 mm en 24 vuurmonden van 150 mm, maar gebrek aan munitie laat zich overal voelen. Gebrekkige  bevoorrading, geen kans om te eten, te slapen, en bovendien is het koud en nat… Na de middag wisselden zware Duitse beschietingen en bestormingen door infanterie elkaar af. Tijdens de nacht volgt over het hele front een hevige beschieting door Duitse artillerie. Eerst wordt de Belgische voorlinie beschoten; dan het terrein achter de gevechtstelling om de komst van reservetroepen te bemoeilijken.

In deze verwarring moet Leo Etienne gesneuveld zijn. Hij raakt vermist tussen 19 en 23 oktober. Als later zijn lichaam teruggevonden wordt, wordt hij eerst begraven nabij de hoeve ‘La Violette’ in Sint-Joris, later (op 30 maart 1921) wordt hij herbegraven bij de hoeve ‘Terstille’ ook in Sint-Joris en nog later krijgt hij zijn definitieve rustplaats op de militaire begraafplaats in De Panne (graf 2452).

 18-05-1917: Op een vraag van het Rode Kruis te Genève wordt geantwoord dat deze militair als verdwenen beschouwd  wordt, er zijn geen sporen van deze militair gevonden in de bestaande stukken.

Deraets, de kapitein van het 5de Linie 2de Compagnie schrijft heel gemoedelijk op 31-03-1919 vanuit Arendonk naar zijn vriend ‘mon cher Noel’ om te informeren of hij meer weet over de omstandigheden van de dood van Leon ETIENNE (de plaats, datum,…)  De toon van de brief is heel ongebruikelijk, ze moeten elkaar zeer goed gekend hebben.

Op 29 november 1921 vraagt Nathalia Van den Briele, de moeder van Leo, de vergoeding van het strijdersfonds aan.

Op 16 december 1921 schrijft de kwartiermeester van het 5de Linie de burgemeester van Arendonk aan om naar het adres van Leon ETIENNE te informeren met het oog op het indienen van een voorstel tot toekenning van  frontstrepen aan de belanghebbende.

Leo Etienne deed frontdienst van 1 augustus 1914 tot 22 september 1914 = 1 maand en 22 dagen. Op 08-04-1922 berekent het ministerie van defensie het bedrag voor het strijdersfonds. Voor de 2 maanden aan het front heeft hij recht op 2 x 75 = 150 frank strijdersbegiftiging. Omdat hiervan de 300 frank familiebegiftiging wordt afgetrokken, hebben de nabestaanden nog recht op 0 frank.

Het vooronderzoek is beëindigd op 23-10-1923; hier wordt geteld met een foute datum van overlijden. Leo Etienne was verdwenen in de periode 19 tot 25 oktober. Het maakt echter geen verschil voor de frontstrepen of de Strijdersbegiftiging. Hij heeft geen recht op frontstrepen (de eerste krijg je pas na één jaar frontdienst). Weduwe Etienne (zijn moeder) heeft de familiebegiftiging van 300 fr reeds ontvangen.

Op 23 maart 1923 ontvangt Leo ETIENNE postuum de onderscheiding van ‘Ridder in de Orde van Leopold II met palm’.

De rechtbank van 1ste aanleg te Turnhout bevestigt op 21 januari 1924 het overlijden van Leon ETIENNE op 23-10-1914 en dit wordt doorgegeven aan de gemeente Arendonk om toe te voegen aan de registers van de Burgerlijke stand. Officieel stier Leo Etienne dus op zijn 24ste verjaardag.

Op 14 november 1929 schrijven de zussen van Leo ETIENNE via de Heer DEBACKER,  lid van de Kamer der Volksvertegenwoordigers te Mol, naar de minister van Landsverdediging BROQUEVILLE om te informeren of zij geen recht hebben op de strijdersbegiftiging van hun broer.  Er wordt geantwoord dat het recht op deze vergoeding maar geldt tot aan de dag van het overlijden. Op dat ogenblik wonen de zussen in Schaarbeek, Haachtsesteenweg  256.