Fransen Henricus Aloysius

Fransen Henricus Aloysius

Naam: Fransen Henricus Aloysius

Geboren te: Vlimmeren

Geboren op: 1883-12-02

Overleden te: Jambes

Overleden op: 1914-08-31

Burgerlijke stand: gehuwd

Laatst gekend adres: Beerse(Vlimmeren), Lange Nieuwstraat nr. 118, Antwerpen

Beroep: ?

Henricus Aloysius FRANSEN was de derde zoon in het landbouwersgezin van Franciscus FRANSEN (°Rijkevorsel, 18-03-1846) en Catharina VERHEYEN (°Rijkevorsel, 10-03-1849/+Vlimmeren  31-08-1904). Voor zijn huwelijk woonde Franciscus in Rijkevorsel, waar zijn vader, ook een Franciscus FRANSEN, burgemeester was van 1867 tot aan zijn dood op 18 maart 1881. Catharina woonde in Vlimmeren, een klein dorp met in het midden de Sint-Quirinuskerk, nu is Vlimmeren een deelgemeente van Beerse. Franciscus en Catharina huwden in Vlimmeren op 22 oktober 1874. Daar gingen ze in de Engstraat in het gehucht het Leetereind wonen. Er werden acht kinderen geboren: Elisabetha (°30-03-1876), Cornelius Ludovicus (°02-11- 1877), Ludovicus Augustinus (°11-01-1880), Maria Joanna  (°28-01-1882), Henricus Aloysius (°02-12-1883), Maria Carolina (°02-05-1886/+Vlimmeren 01-01-1887), Maria Carolina (°30-10-1887) en Franciscus Jacobus (°19-12-1888). Van 1900 tot aan zijn dood op 10-11-1903 was vader Frans FRANSEN burgemeester van Vlimmeren.

Henri Aloïs FRANSEN huwde met Carolina Philippina Isabella DRUYTS (°Merksplas 28-02-1881/+Antwerpen 30-10-1952). Ze kregen twee kinderen: een meisje (?) en een jongen (Karel FRANSEN). Voor de oorlog woonde Henri met zijn gezin in de Lange Nieuwstraat nr. 118 te Antwerpen. Het was niet te achterhalen welk beroep Henri Aloïs uitoefende. Henri Aloïs Fransen vertrok reeds uit Beerse in 1908.

Henricus Aloysius FRANSEN was van de lichting 1903 en soldaat 2de klas in het 8ste Linieregiment met stamnummer 108/50646. Tijdens de eerste weken van de oorlog werd hij ingezet bij het 8ste Linie Vestingstroepen 1ste Bataljon, 2de Compagnie.

Het 8ste linie behoorde tot de 8ste gemengde brigade (Laken), onderdeel van de 4de Legerdivisie met hoofdkwartier te Namen (Namur) en werd ingezet voor de verdediging van de vesting Namen.  

Na de val van de vesting Luik op 16 augustus 1914, rukken de Duitsers op naar Namen. Het is de bedoeling dat de Belgische troepen daar de aanvallen vanuit het Oosten afslaan en verhinderen dat de Duitsers de Maas oversteken. De versterkte vesting Namen bestaat uit een fortengordel met 9 forten. In de omgeving zijn de bomen tot op één meter hoogte afgezaagd,  huizen zijn afgebroken, de straten gebarricadeerd of onder water gezet, bruggen over de Maas worden opgeblazen. Er zijn loopgrachten gegraven en prikkeldraadversperringen aangebracht in de intervallen tussen de forten. Luitenant-Generaal MICHEL is vastbesloten stand te houden tot de Fransen ter hulp zullen komen.  Op 20 augustus beginnen de Duitse infanterieaanvallen en de volgende dag is de zware artillerie geïnstalleerd. De fortengordel wordt onder vuur genomen. De felle weerstand van de Belgische troepen kan onmogelijk het hoofd bieden aan de aanval met veel zwaardere artillerie dan de hunne. Er vallen veel doden en gewonden. Heel wat soldaten worden krijgsgevangen genomen. Op 23 augustus 1914 wordt het bevel tot de terugtocht gegeven en op 25 augustus bezetten de Duitsers Namen. Aan de kant van de Fransen zijn 27.000 soldaten gesneuveld.

Het is mogelijk, zelfs waarschijnlijk dat Henri Aloïs FRANSEN in deze chaotische situatie ergens tussen 23 en 30 augustus 1914, tijdens de gevechten of tijdens de aftocht gewond en vermist  geraakte. Hij wordt op 30 augustus 1914 gehospitaliseerd in Jambes, nu een deelgemeente van Namur.  Daar overlijdt hij op 31 augustus 1914 aan zijn verwondingen.

Op 1 september 1914 wordt hij begraven in een massagraf op het gemeentelijke kerkhof van Jambes. Later wordt hij ontgraven en herbegraven op de geïmproviseerde Frans-Belgische Militaire Begraafplaats van Boninne en nog later overgebracht naar de Militaire Begraafplaats van Champion, waar hij nu nog rust in graf nr. P.16. Dit kerkhof bevindt zich aan de Rue de Fernelmont, in de buurt van het fort van Marchovelette, er liggen 491 Belgische soldaten en 32 Franse. De begraafplaats werd in 1923 ingehuldigd door Koning Albert I en is een eerbetoon aan de Frans-Belgische alliantie. Centraal staat een monument: een Franse soldaat en een Belgische infanterist staan zij aan zij. Daarboven legt een geknielde vrouw een bloemenkrans neer voor de gesneuvelden ‘pour le droit et pour la liberté’. Op de sokkel de twee blazoenen: de Franse haan en de Belgische leeuw. Op de trap een bronzen palm.

De overlijdensakte van Henricus Aloysius FRANSEN werd opgemaakt in de gemeente Jambes.

Het duurt nog tot 11 juli 1925 eer zijn weduwe een reisbiljet toegestuurd wordt om het graf van haar overleden echtgenoot te gaan bezoeken.