Fransen Leo Constant Pieter Jan

Fransen Leo Constant Pieter Jan

Naam: Fransen Leo Constant Pieter Jan

Geboren te: Rijkevorsel

Geboren op: 1894-06-11

Overleden te: Kaaskerke (Diksmuide)

Overleden op: 1917-10-29

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Rijkevorsel, Dorp

Beroep: bakker

Leo Constant Pieter Jan FRANSEN was een zoon van landbouwer Lodewijk Jan FRANSEN (°Rijkevorsel 08-09-1866) en Aloysia WEYNS (°Rijkevorsel 04-10-1867). De ouders waren in Rijkevorsel gehuwd op 6 mei 1890 en woonden in de kom van het Dorp van Rijkevorsel. In het gezin werden heel wat kinderen geboren, allemaal in Rijkevorsel: Anna Elisabeth (°28-03-1891), Karel August (°10-03-1892/+Rijkevorsel 17-09-1913),  doodgeboren (m) (°/+12-04-1893), Leo Constant Pieter Jan (°11-06-1894), Maria Theresia (°26-11-1895), Mathildis Leonia Ludovica (°06-03-1897/+Rijkevorsel 31-03-1897), Mathildis Leonia (°20-01-1898/+Rijkevorsel 19-10-1901), Jan Arthur (°23-03-1899/+Rijkevorsel 26-09-1899) en Mathildis Joanna (°03-08-1902/+Rijkevorsel 15-08-1903). Aloysia WEYNS overleed in Geel op 8 maart 1913, Lodewijk FRANSEN in Rijkevorsel op 22 april 1920.

Constant FRANSEN was ongehuwd en bakker van beroep.

Na de oorlog wonen zijn twee ongehuwde zussen Elisa en Maria Fransen in Rijkevorsel, Dorp 93, waarschijnlijk in het ouderlijke huis. Anna Elisabeth overlijdt in Antwerpen op 22 september 1934, Maria Theresia huwt op 27 december 1933 met Emilius Joannes Beersemans in Rijkevorsel. 

Constant FRANSEN was van de lichting 1914 en trad in dienst bij het Belgische leger op 8 mei 1914. Bij zijn medisch onderzoek werd het volgende over hem genoteerd: Hij is 1 m 725 mm groot, weegt 65 kg, heeft een borstomtrek van 92 cm, een rond, getaand gezicht, blauwe ogen, een smalle, hoge arendsneus, een kleine mond met smalle lippen en zwart haar en wenkbrauwen. Hij wordt bijzonder geschikt geacht voor het voetvolk, de artillerie en de administratie. De krijgswetten worden hem die dag in Turnhout voorgelezen.
Zijn actieve dienst start op 22 september 1914 in het Centre d’Instruction nr. 2 in Honfleur (Frankrijk), waar hij de basisopleiding als soldaat krijgt. Half februari 1915 wordt hij toegevoegd aan het 5de Linieregiment, 2de compagnie, 1ste bataljon met stamnummer 105/60776.

Vanaf 7 mei 1915 wordt hij administratief ingedeeld bij D.D. (depot divisionnaire) en wordt hij onderhouden door de 2de legerdivisie, iedere soldaat moest ergens terecht voor onderdak, voeding, kleding, enz. (= en subsistance).

Op 10 augustus 1915 komt hij uit de C.T.A.M. (Centre de Triage des Anciens Militaires) en wordt in onderhoud gezet bij III/5.
Op 10 april 1917 gaat hij in onderhoud in de ‘Ecole de Grenadiers’ te Fécamp. In dit C.I.A.M. (Centre d’instruction des Anciens Militaires) werden militairen één maand onderworpen aan proeven om hun leiderscapaciteiten te bewijzen in het oefenveld terwijl ze onderricht werden door oversten met frontervaring. Het was pas na zo’n aanvullende opleiding dat de militair zijn regiment weer mocht vervoegen.

Op 4 juni 1917 worden hem de krijgswetten weer voorgelezen en vervoegt hij zijn regiment aan het front.

Op 29 oktober 1917 maakt hij deel uit van een groep vrijwilligers om een patrouilleopdracht te vervullen in de buurt van Diksmuide. Onderweg komen ze in een bomaanval op de maalderij en bloemmolen van Diksmuide terecht. Constant FRANSEN wordt dodelijk getroffen door bomscherven. Hij overlijdt te Kaaskerke, een deelgemeente van Diksmuide.

Uit het militair dossier van Constant FRANSEN is niet uit te maken aan welke gevechten hij precies deelnam, wel kreeg hij vier frontstrepen: de 1ste op 15-02-1916, de 2de op 15-08-1916, de 3de op 15-02-1917 en de 4de op 15-08-1917. Dit betekent dat hij zeker twee en half jaar aan het front heeft gediend.

Op 31 oktober 1917 wordt hij begraven op de militaire begraafplaats te Oeren in graf 293. Op 27 oktober 1921 worden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de gemeentelijke begraafplaats in Rijkevorsel.

In Alveringhem wordt op 31-10-1917 een overlijdenscertificaat opgemaakt door de ‘Service d’inhuminations militaires belges de 2e Division d’Armée). De rechtbank van 1ste aanleg te Turnhout bevestigt zijn overlijden op 08-08-1924 en de akte wordt doorgegeven aan de gemeente Rijkevorsel op 02-04-1925 om over te schrijven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente.