Schepers Adolph Joseph

Schepers Adolph Joseph

Naam: Schepers Adolph Joseph

Geboren te: Arendonk

Geboren op: 1894-03-05

Overleden te: Oostrozebeke

Overleden op: 1918-10-18

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Arendonk, Onderwijsstraat nr. 35, Antwerpen

Beroep: landbouwer

Adolf Joseph SCHEPERS was het zevende kind van Emilius Josephus SCHEPERS (°Geel 21-12-1844) en Joanna DE SWERT (°Duffel 07-11-1866). Emilius tekent iedere akte met ‘E. Scheepers’, maar wordt door de ambtenaren van de burgerlijke stand telkens als ‘Schepers’ geregistreerd. De ouders zijn in Duffel gehuwd op 6 mei 1885. Het eerste kind, Julius Hippolitus wordt in Duffel geboren op 2 maart 1886, maar overlijdt op 12 juni 1889 op 3-jarige leeftijd in het Gasthuis te Arendonk. Daar is vader SCHEPERS al in 1887 boswachter in de Wateringen en de volgende zeven kinderen worden ook daar geboren:  Petrus Franciscus (°30-03-1887), Maria Emma (°14-01-1889), Joannes Julianus (°27-06-1890), Maria Zelia (°14-08-1891), Anna Catharina Juliana (° 01-11-1892), Adolphus Josephus (°05-03-1894) en Franciscus Leo Maria (°07-05-1895). De twee jongste meisjes worden in Mol geboren waar Emiel Jozef Schepers en Joanna De Swert dan als landbouwers werken: Maria Rosalia (°08-05-1897) en Pelagia Rosalia (°30-07-1900). Augustinus wordt in Bergeijk, Nederland geboren (°04-02-1902).

In de bevolkingsregisters van de periodes 1901-1910 en 1911-1925 is het gezin in Bergeijk, een Nederlandse grensgemeente ten noorden van Lommel, geregistreerd. Adolphus Josephus vertrekt daar op 10 mei 1913 en vestigt zich in Antwerpen op de Onderwijsstraat nr. 35. Hij is ongehuwd en landbouwer van beroep.

Van de familie blijven Maria Zelia, Anna Catharina Juliana en Pelagia Rosalia in Nederland wonen, Maria Zelia die op 01-05-1915 in Bergeijk gehuwd is met Francis SMETS sterft in Duizel op 10-01-1923. Opmerkelijk is dat bij twee zussen bij de geboorteakte een randmelding staat. Bij Anna Catharina Juliana Schepers (° 01-11-1892) staat: ‘Heeft te Brasschaat op 14 Februari 1934 eene verklaring van Vaderlandskeuze onderteekend krachtens de 1ste overgangsbepaling der wet van 15 October 1932, om de hoedanigheid van Belg terug te bekomen.’ Bij Pelagia Rosalia Schepers (°13-07-1900): ‘Heeft te Antwerpen op 21-10-1953 een verklaring van nationaliteitskeuze ondertekend in gevolge artikel 18e paragraaf 2 der namen geordende wetten van 14-12-1932, om de hoedanigheid van Belg te behouden.’. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het huwelijksrecht, de zussen zullen waarschijnlijk ook met een man met de Nederlandse nationaliteit gehuwd zijn. Vroeger kreeg de vrouw die met een man van een andere nationaliteit huwde automatisch zijn nationaliteit.

Emilius Josephus (vader), Joanna (moeder), Petrus Franciscus (de oudste zoon in leven) en Augustinus (de jongste zoon) keren op 7 maart 1922 terug naar Arendonk en gaan op het Schotelven nr. 26 wonen. Maria Emma, Anna Catharina Juliana, Joannes Julianus en Frans Leo Maria waren al eerder terug naar België verhuisd. Emilius Josephus SCHEPERS sterft er op 16 juli 1922.

Hoewel hij volgens zijn geboorteakte geboren is op 5 maart 1894 staat op het bidprentje als geboortedatum van Adolphus Josephus SCHEPERS 3 maart 1894. Ook in Bergeijk is hij geregistreerd met geboortedatum 3 maart 1894.  

Adolf Jozef SCHEPERS is van de lichting 1914 en treedt op 21 september 1914 in dienst als milicien. Hij is soldaat 2de klas bij het 5de Linieregiment 3de bataljon/2 (10de Compagnie) met het stamnummer 105/63041.

Het 5de Linieregiment, ontdubbeld tot 5de en 25ste Linie, vormt samen met twee batterijen te paard de 5de gemengde brigade en heeft zijn hoofdkwartier in Antwerpen. Het wordt ingezet in de 2de legerdivisie. Op 22 september 1914 begint Adolf Jozef met zijn soldatenopleiding als infanterist in het C.I. nr. 2 (Centre d’Instruction nr. 2). Deze opleiding (gelijkgesteld aan frontdienst)duurt tot 15 oktober 1914. Vanaf 16 oktober tot 14 februari 1915 wordt hij ingezet voor taken achter het front. Vanaf 15 februari 1915 tot 18 oktober 1918 is hij in frontdienst: op 15 februari 1915 vervoegt hij het 5de Linieregiment in de sector Nieuwkapelle. Op 13 mei 1915 moet hij wegens ziekte geëvacueerd worden naar het hospitaal. Op 12 juli mag hij het ziekenhuis verlaten en wordt onderhouden in het D.D. (depot divisionnaire) (‘en subsistance’ = in afwachting dat hij terugkeert naar zijn eenheid, krijgt hij daar eten en drinken, kleding, bed, training, enz). Vanaf 19 juli 1915 vecht hij weer mee met het 5de Linie op verschillende plaatsen aan het IJzerfront.

Laat op de avond van 6 juni 1918 wordt hij zwaar gekwetst in de buurt van Boezinge. Zijn commandant schrijft op 10 juni 1918: ‘Op 6 juni 1918 om 23.40 u verlaat het peleton van soldaat Schepers de passerelle Chargestreet om richting Bushley te gaan. Op dat moment vallen 2 vijandelijke projectielen op de weg in de nabijheid van Adolf Scheepers. Hij liep ernstige kwetsuren op ter hoogte van de linker dij door een obus-inslag.’ Hij heeft een lelijke wonde op zijn rechter dij. Hij wordt vanaf 6 juni in het militair hospitaal te Hoogstaede verzorgd en kan het ziekenhuis verlaten op 25 september. Na enkele dagen ‘en subsistance’, vervoegt hij op 27 september 1918 het 5de Linie, net voor het eindoffensief. Op 17 oktober wordt Oostrozebeke heroverd maar op 18 oktober 1918 sneuvelt Adolf Jozef er nog. Hij is 24 jaar oud. Een gedenkplaat op de Markt herdenkt o.a. het 5de Linie dat deelnam aan de inname van Oostrozebeke.

Adolf SCHEPERS wordt eerst begraven in het gemeentelijke kerkhof van Roosbeke (in de volksmond synoniem van Oostrozebeke), daarna op het burgerlijke kerkhof van Oostrozebeke in graf 1999 in Sector IV (F.R. 3300). Het is niet duidelijk of het hier al dan niet om hetzelfde graf gaat. Op 11 december 1923 wordt hij ontgraven en herbegraven op de militaire begraafplaats in de Poelkapellestraat te Houthulst in graf J – 1 – 1792. Deze begraafplaats is in stervorm aangelegd en telt 1823 Belgische graven.

In Oostrozebeke werd een overlijdensakte opgesteld die op 8 januari 1926 doorgegeven wordt aan stad Antwerpen om in te schrijven in de Registers van de Burgerlijke Stand van de stad.

Volgens de berekeningen van het Ministerie van Landsverdediging heeft Adolf SCHEPERS 47 maanden en 26 dagen in frontdienst gestreden. Hij heeft dus recht op 6 frontstrepen.

Op 12 augustus 1922 vraagt zijn moeder, Joanna DE SWERT die intussen weduwe is, in Arendonk de strijdersbegiftiging aan. Ze krijgt daarbij hulp van H. LENS, een ambtenaar van de gemeente Arendonk, omdat ze ‘ongeletterd’ is. Er zou ook een akte van Notoriëteit (bekendheid) ingediend zijn door de erfgenamen van Adolf SCHEPERS, maar die is niet te vinden in zijn militair dossier. Voor zijn 47 maanden aan het front heeft Adolf recht op 3525 frank, voor de 3 maanden achter het front 150 frank, samen: 3675 frank. Hiervan wordt de familiebegifitiging van 300 frank nog afgetrokken. Moeder Schepers zal dus 3325 frank ontvangen van het Strijdersfonds.

Adolph Joseph SCHEPERS was bij zijn regiment gekend als een toegewijde, gedisciplineerde en moedige soldaat, een voorbeeld voor zijn kameraden. Hij krijgt de onderscheiding van Ridder in de Orde van Leopold II met palm toegekend (27-11-1925) en het Oorlogskruis (KB 18-09-1920) en de Militaire Decoratie 2de klas (D.M. 2de cl.) met palm (25-06-1918). De Militaire Decoratie wordt uitgereikt aan onderofficieren en soldaten van de Belgische strijdkrachten ofwel voor trouwe dienst, ofwel voor moed of uitzonderlijke verdienste (Artikel 4). Als de Decoratie 2de Klasse werd uitgereikt voor een daad van moed of voor uitzonderlijke verdienste (Artikel 4 van de statuten van de Militaire Decoratie), was het lint rood met de nationale Belgische driekleur aan de randen. Indien deze “Artikel 4” uitreiking het gevolg is van oorlogsdaden, wordt een zilveren palm met het koninklijk monogram op het lint aangebracht.