Snijers Franciscus

Snijers Franciscus

Naam: Snijers Franciscus

Geboren te: Turnhout

Geboren op: 1888-09-14

Overleden te: Caen

Overleden op: 1918-06-03

Burgerlijke stand: Gehuwd

Laatst gekend adres: Ravels(Weelde Statie), Weelde Statie 95

Beroep: Spoorwegbeamte

Naam: Frans Snijers, zoon van Lucovicus Antonius Snijers en Anna Catharina Vogels (tijdens de opdracht zijn we verscheidene versies van de familienaam tegengekomen, waaronder 'Snyers' en 'Sneyers', maar aangezien de geboorteakte de spelling 'Snijers' hanteert, hebben we die als dusdanig overgenomen in dit werk).

Ludovicus Antonius is geboren op zeven oktober 1861 te Oud-Turnhout en was een steendrukkersgast. Zijn vrouw, Anna Catharina, geboren op 24 januari 1862 in Turnhout zelf, was huisvrouw. De kinderen uit dit huwelijk (gebaseerd op het tienjarige register van de burgerlijke stand, 1901-1910):

  • Petrus Ludovicus
    °02-01-1885
    Fabriekswerker
  • Franciscus
    °14-09-1888
    +03-06-1918
    Fabriekswerker, later spoorwegbeambte
  • Maria Philomena
    °12-04-1891
    Kantwerkster
  • Anna Maria Ludovica
    °19-10-1893
  • Maria Theresa Elisabeth
    °30-08-1896
  • Maria Philomena
    °16-04-1898
  • Theodorus Joanna
    °13-02-1901
    +15-02-1902
  • Cornelius Maria
    °12-06-1902
  • Maria Clara Philomena
    °15-08-1903
    +26-02-1910

De familie woonde in Turnhout op het Akkerpad 60, maar na zijn huwelijk met Maria Theresia Philomena Van Gestel op 08-06-1914 is Franciscus twee dagen later verhuisd naar Weelde Statie 95. Op 06-10-1914 hebben ze een dochter gekregen, Anna Maria Snijers.

Op één augustus 1914 is hij opgeroepen om naar het front te gaan en op in juni 1918 is hij overleden ten gevolge van een rechterbronchlongontsteking in het militair ziekenhuis in Caen. Bronnen zijn het niet eens of de precieze dag van overlijden de derde of de vierde juni was, wat doet vermoeden dat Snijers op 03-06-1918 's nachts is bezweken aan zijn ziekte. Wel is zeker hij op 4 juni begraven is op de begraafplaats Saint-Martin in Caen en in de loop der jaren is overgeplaatst naar Caen Nord-Est, waar hij nog steeds te ruste ligt onder graf nummer 12.

Na zijn dood is Maria Theresia hertrouwd met Petrus Augustinus Horemans en zo heeft Anna Maria Snijers er een halfzus bijgekregen: Cornelia Regina Horemans (°23-07-1920). De nieuwe familie is later verhuisd naar de Wolfstee nr. 219 Bareel 58 in Herentals.

Er is geen brief gevonden waarin Ludovicus Antonius Snijers naar een oorlogsvergoeding vraagt, maar wel twee uit 1925 waarin zijn weduwe op een medaille en een oorlogspensioen aanspraak wil maken ‘omdat ze veel weduwen kende die dankzij hun man een medaille en een som geld kregen’. In 1926 is Franciscus op 22 mei het oorlogskruis met palm postuum toegereikt 'voor zijn moed en zelfopoffering', een bedrag is er echter nooit afgesproken met het ministerie.

Frans Snijers is op 1 januari 1908 aan zijn legerdienst begonnen op 19-jarige leeftijd en op 1 augustus 1914 is hij opgeroepen om naar het front te gaan. Uit de medische keuring voor zijn recrutering bleek dat hij 1 meter 61 groot was.

Hij heeft het stamnummer 2283 toegeschreven gekregen en is in augustus 1914 opgenomen in het 24e linieregiment. In die maand heeft hij meteen deelgenomen aan zijn enige grote veldslag: het Gevecht bij Halen, dat de twaalfde begon om 14 uur 'na een geforceerde mars van 18 km'.

Vanaf één november maakte hij echter geen deel meer uit van het regiment en verbleef hij in het depot van de eerste legerdivisie, dat hij pas zou verlaten op 07-02-1915, mogelijk omwille van verwondingen. Daarna heeft hij zich aangesloten bij het vierde linieregiment, waarin hij het land heeft gediend tot 01-11-1916. Op die dag is hij namelijk gehospitaliseerd voor verwondingen.

Op acht december 1916 heeft hij zich opnieuw bij zijn oude regiment, het 24e, gevoegd en negen maanden later is hij op 09-09-1917 opgenomen in het militair ziekenhuis of 'dépot de convalescence' te Caen. Het is onzeker of Snijers tussen die datum en de dag van zijn overlijden dat gebouw nog heeft verlaten. Op 3 juni 1918 is hij er gestorven aan een rechterbronchlongontsteking.

Hij heeft 46 maanden en twee dagen aan het front gediend tegen een salaris van 75 frank per maand en heeft in dat interval de graad van 'soldaat tweede klasse' behouden en zes frontstrepen weten te verzamelen.