Stoops Jan

Stoops Jan

Naam: Stoops Jan

Geboren te: Hoogstraten

Geboren op: 1881-02-18

Overleden te: Calais

Overleden op: 1914-12-21

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Hoogstraten, Achtelsestraat

Beroep: sigarenmaker

Jan STOOPS werd in Hoogstraten geboren op 18 februari 1881 in het gezin van Lodewijk STOOPS (°Hoogstraten 15-08-1852/+Hoogstraten 15-12-1923; dagloner) en Anna Maria JORISSEN (°Meerle 31-08-1852; dienstmeid). De ouders waren in Hoogstraten gehuwd op 13 juli 1875. Voor Jan waren er al twee kinderen geboren in het gezin: Cornelius (°Hoogstraten 17-08-1876/+Hoogstraten 16-01-1916, die sigarenmaker werd) en Lucia (°Hoogstraten 02-01-1879, die echter na 4 maanden overleed). Na Jan kwamen nog Josef Jan (°Hoogstraten 24-08-1883/+Hoogstraten 12-04-1901, slecht 17 jaar oud), Francisca Maria (°Hoogstraten 17-06-1888, slechts 2 jaar oud geworden) en tenslotte Jacob (°Hoogstraten die ook stierf toen hij maar 1 jaar oud was). Zoals zijn broer Cornelius was ook Jan sigarenmaker van beroep. Hij was wel vrijgezel en woonde bij zijn ouders op de Achtelsestraat in Hoogstraten.

Op de eerste oorlogsdag meldt Jan STOOPS zich als oorlogsvrijwilliger op het stadhuis van Hoogstraten en op 4 augustus 1914 wordt hij in het leger opgenomen als ‘vrijwilliger voor de duur van de oorlog’. Stamnummer: 63601. Hij krijgt een korte infanterieopleiding in de ‘Compagnie des volontaires’. Op 27 oktober 1914 komt hij als soldaat in het 1ste regiment Karabiniers, 1ste bataljon, 4de compagnie (onderdeel van de 6de Legerdivisie) aan het front terecht.

De Karabiniers vechten al vanaf 20 oktober in de buurt van Oud-Stuivekenskerke (bij Diksmuide). Ook Jan neemt deel aan de Slag aan de IJzer tot hij half november ziek wordt en op 19 november van het front naar Calais geëvacueerd wordt .

Zoals heel wat soldaten kreeg hij ‘tyfuskoorts’ door de slechte hygiëne (o.a. luizen) en het drinken van vervuild water in de loopgrachten. Deze besmettelijke ziekte wordt veroorzaakt door micro-organismen uit het geslacht Rickettsia en doorgegeven door kleerluizen. De zieken krijgen hoge koorts, hoofdpijn, huiduitslag, worden misselijk en geven over. De connectie van de ziekte met luizen werd pas tegen het einde van de oorlog ontdekt en een kuur ertegen was er nog niet. Ongeveer de helft van alle patiënten in de militaire ziekenhuizen leed op dat ogenblik aan kwalen veroorzaakt door de erbarmelijke omstandigheden in en rond de loopgraaf.

In Calais komt hij terecht in ‘l’Ecole Lamarck’ in Rue de la Rivière nr 3, een school die tijdelijk dienst doet als militair ziekenhuis en waar uitsluitend soldaten met een Belgische nationaliteit verzorgd worden door Britse burgerdames (vrijwilligsters van First Aid Yeomaury). Daar overlijdt hij op 21 december 1914.

Op 23 december 1914 wordt hij begraven op de stedelijke begraafplaats Calais Nord in graf nr. 224.

Hij was in frontdienst van 4 augustus 1914 tot 21 december 1914 en komt dus niet in aanmerking voor frontstrepen (de eerste frontstreep kreeg je pas na één jaar frontdienst).

Op 3 februari 1920 wordt hij postuum gedecoreerd met de IJzermedaille 1914-1918 (Deze medaille werd uitgereikt aan degenen die tussen 17 en 31 oktober 1914, aan de IJzer uitmuntend gestreden hebben).

Op 19 maart 1923 krijgt hij de Overwinningsmedaille 1914-1918 en de Herinneringsmedaille .

Op 15 november 1926 wordt hij voorgesteld om de onderscheiding van Ridder in de Orde van Leopold II te ontvangen; op 6 mei 1927 wordt gemeld dat hij niet aan de voorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor deze decoratie, maar wel voor het Oorlogskruis met palm (dat ontvangt hij postuum op 21 juli 1927).

De naam van Jan STOOPS staat op het monument aan de Sint-Katharinakerk in Hoogstraten.