Van de Mierop Johannes Franciscus

Van de Mierop Johannes Franciscus

Naam: Van de Mierop Johannes Franciscus

Geboren te: Baarle-Nassau

Geboren op: 1895-07-17

Overleden te: Brussel

Overleden op: 1919-08-08

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Hoogstraten(Minderhout), Dorp nr. A 37, Minderhout

Beroep: chauffeur

Johannes Franciscus werd op 17 juli 1895 geboren als Johannes Franciscus HENDRICKX in Castelré, een plaats in de gemeente Baarle-Nassau, Nederland, als onecht kind van Theresia Philomena HENDRICKX (°Baarle-Nassau 29-12-1873). Op 3 november 1894 was Theresia Philomena naar Antwerpen verhuisd tot ze op 19 maart 1895 weer bij haar ouders kwam wonen, waar Frans geboren werd. Op 12 mei 1897 veranderen moeder en zoon hun domicilie naar Wortel. Ze is op 29 januari 1897 in Wortel gehuwd met schoenmaker Adriaan VAN DE MIEROP (°Loenhout 30-06-1869). Bij dit huwelijk wordt het kind erkend en gewettigd. In Wortel worden nog drie kinderen geboren in het gezin: Anna Mathildis (°de Kleine Plaats nr. 24, 18-11-1897), Frans Constantijn (°in het Dorp nr. 15, 01-08-1899/+Minderhout, Wijk A nr. 37, 08-12-1904, 5 jaar oud) en Antoon Lodewijk (°in het Dorp nr. 14, 11-05-1901). Dan verhuist het gezin naar Wijk A nr. 37 te Minderhout en komen er nog vijf kinderen bij: Maria Cornelia (°02-06-1903), Maria Josephina (°28-02-1905), Jacobus Constantinus (°05-09-1906), Catharina Melania (°03-01-1909) en Josephus (°09-09-1913). Bij de geboorte van Maria Cornelia geeft de vader aan ‘herbergier’ te zijn. Frans was ongehuwd en chauffeur van beroep. Hij zou volgens een document bij zijn inlijving in het Belgische leger bij het begin van de oorlog in Antwerpen gewoond hebben (?).  

Jan Frans VAN DE MIEROP zou gezien zijn leeftijd pas voor de lichting 1915 opgeroepen worden, maar hij engageerde zich reeds op 1 augustus 1914 vrijwillig als chauffeur bij het Belgische leger voor de duur van de oorlog, ‘réquisitionné en qualité de chauffeur civil militarisé au C.T.’ staat er in zijn militair dossier, letterlijk vertaald: ‘in zijn hoedanigheid van burgerchauffeur op militaire voet gevorderd bij het Vervoerskorps’. Hij is 1 m 56 groot, heeft een ovaal gezicht, getaand gelaat, een recht breed voorhoofd, grijs-bruine ogen, vlezige lippen, een ronde kin, zwart haar en wenkbrauwen, een litteken vlakbij het linkeroor. Hij draagt het stamnummer 3415.
Op 3 augustus 1914 begint hij zijn dienst als soldaat 2de klas in de hoedanigheid van chauffeur bij het Vervoerskorps en dat blijft hij de hele oorlog. Hij verandert wel verscheidene keren van dienst. Vanaf 03-08-1914 is hij bij het Vervoerskorps van de 4de Legerdivisie: bij de C.A.A.B. (= Colonne automobile d’ambulances et de brancards), de G.P.A.R. (= Grand Parc Automobile de Réserve), de G.Q.G. (= Grand Quartier Général) en de C.A.M.A. (= Colonne Automobile de Munitions d’Artillerie), één dag bij de DT de l’Av.M (= Direction Technique de l’Aviation Militaire). Vanaf 31 augustus 1916 rijdt hij voor de C.A.V. (= Colonne Automobile de Vivres) van het Vervoerskorps van de 6de Legerdivisie tot 31 januari of 1 februari 1919.
Op 18 december 1918 wordt hem het Oorlogskruis toegekend.
Op 2 augustus 1919 wordt hij heel ziek binnengebracht in het militair hospitaal te Brussel met ‘toxémie’, gasvergiftiging. Hij sterft er op 8 augustus 1919 om 17 u. Op 11 augustus 1919 wordt hij begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Elsene in graf 9461. Zijn overlijdensakte wordt ook opgesteld in Elsene. Op 25 juni 1923 doet de voorzitter van het V.O.S. (= Vereniging van Oud-Strijders) van Minderhout al het nodige om een gratis treinbiljet te regelen om het graf te gaan bezoeken. Er wordt na een aanvraag daartoe op 23-01-1924 beslist dat het graf door de staat zal kunnen onderhouden worden.
Zijn vader, Adriaan VAN DE MIEROP, vraagt op 8 november 1920 via het Strijdersfonds van Minderhout de strijdersbegiftiging aan. Het duurt tot 1924 eer alle berekeningen door het ministerie van Landsverdediging klaar zijn: de nabestaanden van Johannes Franciscus VAN DE MIEROP hebben nog recht op 3600 frank (52 maanden aan 75 frank = 3900 frank verminderd met de 300 frank familiebegiftiging die de familie al heeft ontvangen).
Op basis van zijn 4 jaar en 6 maanden frontdienst worden hem 8 frontstrepen toegekend op 11 april 1924.

Zijn naam staat vermeld op het oorlogsmonument aan de kerk van Minderhout.