Van der Eycken Joannes

Van der Eycken Joannes

Naam: Van der Eycken Joannes

Geboren te: Vosselaar

Geboren op: 1893-03-09

Overleden te: Bray-Dunes (Frankrijk)

Overleden op: 1915-04-25

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Vosselaar, het Heieinde nr. 174 of 136

Beroep: houtzager

Joannes VAN DER EYCKEN werd op 9 maart 1893 in het gehucht het Heieinde in Vosselaar geboren als Joannes VAN HOUTVENNE, onecht kind van handwerkster Anna Catharina VAN HOUTVENNE (°Vosselaar 08-01-1873). Zij huwde in Vosselaar op 15 mei 1895 met lattenzager Josephus Gerardus VAN DER EYCKEN (°Vosselaar 19-10-1873) en bij dat huwelijk werd Joannnes erkend en gewettigd. Hij werd zo Joannes VAN DER EYCKEN. Het gezin bleef in het gehucht het Heieinde wonen en er kwamen nog zeven kinderen bij: Philippus Josephus (°09-04-1896), Franciscus Josephus (°12-06-1898), Josephus Alphonsus (°05-03-1901), Ludovicus Adrianus (°11-08-1903), Joanna Maria (°21-04-1906), Joannes Augustinus (°09-07-1908) en Maria Catharina (°12-11-1910). Vanaf 1901 is Anna Catharina huishoudster, Josephus Gerardus geeft in 1910 het beroep van ‘koopman’ op, in 1920 is hij ‘houtbewerker’.

De ongehuwde Joannes VAN DER EYCKEN woonde voor de oorlog bij zijn ouders in het gehucht het Heieinde, nr. 174 of 136 in Vosselaar en was houtzager van beroep.

Joannes VAN DER EYCKEN was van de lichting 1913 en bij het uitbreken van de oorlog onder de wapens. Hij behoorde als soldaat 2de klas tot het 1ste Geniebataljon met stamnummer 174/291. Volgens de militielijsten van de gemeente Vosselaar kan hij lezen en schrijven en is hij 1 m 69 groot.

Bij de invoering van de algemene dienstplicht in 1913 wordt  het Belgische Leger grondig geherstructureerd met als doel het veldleger te versterken. Zo krijgt ieder van de 6 legerdivisies een geniebataljon toegevoegd. Joannes VAN DER EYCKEN maakt deel uit van het geniebataljon dat de 1ste legerdivisie ondersteunt. Dit bataljon bestaat bij het begin van de vijandelijkheden uit 2 compagnies: de 1ste Compagnie pioniers-pontonniers en de 2de Compagnie pioniers, met respectievelijk als kapitein-commandant FONTAINE en ANDRé. Jan VAN DER EYCKEN behoort tot de 2de.

Een deel van het bataljon krijgt zijn vuurdoop in Grimde (bij Tienen). Wanneer de Belgische troepen zich terugtrekken in de vesting Antwerpen, neemt het bataljon deel aan de gevechten te Zemst, Weerde, Hofstade, Kapelle-op-den-Bos en Dendermonde. Het bouwt bruggen, o.a. in de omgeving van Dendermonde en op de Durme. Op 4 september 1914 wordt het bataljon bij Dendermonde ingezet als infanterie. Na mee Antwerpen verdedigd te hebben vergezelt het 1ste Genie de 1ste legerdivisie naar de IJzer waar ze meteen (als infanterie) ingezet worden ten zuidoosten van Nieuwpoort. Begin november 1914 neemt de eenheid deel aan een uitval uit Lombardsijde waarbij Commandant Lucien Ambroise Joseph ANDRé (°Mazy, deelgemeente van Gembloux, 19-12-1875) op 2 of 3 november sneuvelt. Als de 1ste legerdivisie die maand overgeplaatst wordt naar de sector Ramskapelle, wordt de Genie belast met het organiseren van het terrein. Ze bouwen o.a. loopbruggen van wel 800 meter om de doorgang mogelijk te maken in het drassige terrein. Het bataljon wordt ook ingezet om de 6de legerdivisie tijdens de slag van Steenstrate te versterken.   

Op 25 april 1915 voert Joannes VAN DER EYCKEN samen met enkele makkers van de Genie een hen bevolen opdracht uit aan de Franse grens tussen De Panne en Bray-Dunes. De ontploffing van een Britse drijvende mijn (‘une mine sous-marine dormante’) doodt vijf soldaten waaronder Joannes VAN DER EYCKEN. Zo’n mijn is een explosieve lading die op of diep in zee geplaatst werd en automatisch tot ontploffing kwam als een schip of een onderzeeër haar naderde en natuurlijk ook bij ieder contact. Wat rest van Joannes VAN DER EYCKEN en zijn makker August GOOSSENS (°Waasmunster 02-08-1893) wordt in de duinen begraven tussen De Panne en Bray-Dunes vlakbij de Franse grens tussen de grenspalen 1 en 2. De ontploffing moet enorm geweest zijn. Jaren later (op 16-07-1921) verklaart Majoor FONTAINE: De lichamen waren niet volledig, het merendeel werd met de andere brokstukken in zee geslingerd. Hij is er geen voorstander van de lichamen in die toestand, te ontgraven om ze over te brengen naar De Panne. Op 7 december 1922 gebeurt dit toch. Joannes VAN DER EYCKEN krijgt in De Panne op de Belgische militaire begraafplaats in de Kerkstraat het graf D-196 (of B 4/7?).

Op 27 november 1920 vraagt zijn vader de strijdersbegiftiging aan bij het V.O.S. te Vosselaar.

Joannes VAN DER EYCKEN was van 01-08-1914 tot 25-04-1915 in frontdienst (= 8 maanden en 25 dagen). Hij heeft dus geen recht op frontstrepen, de eerste frontstreep kreeg je pas na een volledig jaar in frontdienst.

Voor de 9 maanden frontdienst hebben de nabestaanden van Joannes VAN DER EYCKEN recht op een strijdersbegiftiging (aan 75 frank/maand) van 675 frank. Nadat hiervan de 300 frank familiebegiftiging is afgetrokken blijft er 375 frank te ontvangen door de nabestaanden. Op 4 maart 1921 is het ministerie klaar met de berekening. Toch laat de uitkering van dat bedrag nog op zich wachten, want op 14 augustus 1925 stuurt volksvertegenwoordiger A. VAN HOECK een verzoek aan de minister om deze zaak ter harte te nemen zodat de familie uitbetaald wordt.  

Postuum ontvangt Jan VAN DER EYCKEN de onderscheidingen van Ridder in de Orde van Leopold II ( K.B. 15-09-1917) en het Oorlogskruis (K.B. 15-09-1917).

Op 14 april 1922 neemt zijn vader te Vosselaar het IJzerkruis (K.B. 05-01-1920) in ontvangst.

Hij kreeg ook zoals alle soldaten die aan de oorlog deelnamen de Herinneringsmedaille en de Overwinningsmedaille.