Voeten Henricus

Voeten Henricus

Naam: Voeten Henricus

Geboren te: Meer

Geboren op: 1894-01-06

Overleden te: Staden (Vuilpan)

Overleden op: 1918-10-04

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Hoogstraten(Meer), Eindmeir wijk B nr. 7, Meer

Beroep: landbouwer

Henricus VOETEN werd te Meer geboren op 6 januari 1894. Hij was het oudste kind van klompenmaker, later werkman Joannes VOETEN (°Meer 18-10-1856) en Carolina Maria VAN BREDA (°Merksplas 16-12-1867). De ouders waren in Meerle gehuwd op 11 september 1893. Voor haar huwelijk was Carolina Maria dienstmeid. Na Henri waren er in het gezin nog tien geboorten, alle in Meer op Eindmeir Wijk B nr. 7: Ludovicus (°28-07-1895), Karel Gerard (°28-02-1897), Rosalia (°19-10-1898), Jozef (°17-08-1900), Maria Christina (°14-05-1903), levenloos (v) VOETEN (°/+ Meer, Eindmeir Wijk B, nr. 7,  10-01-1905), Maria Catharina (°31-12-1905), levenloos (v) VOETEN (°/+ Meer, Eindmeir Wijk B, nr. 7,  14-09-1907), Frans (°27-07-1908 – akte 32/+Meer, Eindmeir Wijk B, nr. 7,  30-07-1908) en Amelia (°27-06-1909). Henri woonde toen de oorlog uitbrak bij zijn ouders, was ongehuwd en landbouwer van beroep.

Henricus VOETEN was van de lichting 1914 en had bij het uitbreken van de oorlog zijn dienstplicht nog niet vervuld. Toen hij zich op 5 december 1914 aanbood als oorlogsvrijwilliger werd hij meteen naar het Opleidingskamp van Avranches (Centre d’Instruction N° 8) gestuurd. Avranches ligt in het Franse departement Manche in Normandië (beroemd is er het Museum waar de Mont-Saint-Michel-manuscripten bewaard worden). Daar werden de jonge rekruten opgeleid vooraleer ze in de strijd werden geworpen. Op 14 (of 24) mei 1915 zit zijn opleiding erop. (Het militair dossier geeft op verschillende documenten, verschillende data op.) Hij krijgt het stamnummer 2496, later 103/2496 en 123/2496.

Van 15 (of 25) mei 1915 tot 19 november (of 31 mei) 1916 strijdt hij in het 3de Linieregiment; van 20 november (of 1 juni) 1916 tot 14 februari (of 4 oktober) 1918 in het 23ste Linie, allebei die regimenten zijn in het begin van de oorlog onderdeel van de 3de gemengde brigade van de 1ste Legerdivisie. Aan het begin van de oorlog werd het 3de Linieregiment ontdubbeld in het 3de en 23ste Linie. Wegens de zware verliezen werden beide linieregimenten op 1 november 1914 weer versmolten. Als Henri toegewezen wordt aan het 3de Linie is dit nog niet ontdubbeld. Maar in 1916 wordt het 3de Linie weer ontdubbeld in het 3de en 23ste Linieregiment. Henri is dan bij het 23ste. In januari 1918 hoorde het 23ste Linie bij de 7de Infanteriedivisie van de 1ste Legerdivisie. Het 3de en het 23ste Linie werden in de loop van de oorlog in diverse sectoren van het IJzerfront ingezet. Als Henri VOETEN bij het 3de Linie komt, is dat dringend ter hulp geroepen in Steenstrate, waar de Duitsers de frontlijn proberen te doorbreken met een nieuwe, wreedaardige uitvinding, het ‘stikgas’. In juni 1916 worden ze naar de sector Diksmuide geroepen. Ze bezetten achtereenvolgens de sectoren Steenstrate, Pervijze, Diksmuide en Merkem. Vanaf 15 februari 1918 hoort Henri VOETEN op eigen aanvraag bij het peloton patrouilleurs. Hij is soldaat 2de klas in het 23ste Linie IIIde bataljon, 12de of 10de Compagnie.

Vanaf 28 september 1918, tijdens het Bevrijdingsoffensief, is de 1ste legerdivisie succesvol bij verschillende veroveringen op de vijand. De 7de afdeling voetvolk herovert het woud van Houthulst. Eén van zijn oversten beschrijft soldaat Henri VOETEN als volgt: ‘een elitesoldaat, op eigen vraag deel uitmakend van het peloton patrouilleurs (verkenners) van de 7de infanteriedivisie, legde hij altijd de gepaste attitude en grote moed aan de dag. Op 27 augustus 1918 tijdens een aanval op de vijandige organisaties ten noorden van Langemark, was hij verantwoordelijk om een aanvalscolonne te gidsen, tijdens de aanval was zijn gedrag schitterend, hij was een grote hulp bij het maken van krijgsgevangenen en bij de definitieve bezetting van de veroverde post.’

Op 29 september 1918 ontvangt hij de Militaire Decoratie 2de klas (art. 4). Hij werd hiervoor op 8 augustus 1918 voorgedragen. Deze Militaire Decoratie wordt toegekend voor een daad van moed of uitzonderlijke verdienste.      

Op 3 oktober 1918 houdt de 7de  infanteriedivisie het front langs de IJzer bezet. Op 4 oktober 1918 is Henricus VOETEN vermist. Ergens in Vuilpan, een buurt in Staden blijkt hij verdwenen. Hij maakte op het ogenblik van zijn verdwijning deel uit van het peloton patrouilleurs. Het blijkt voor niemand te achterhalen waar en wanneer precies, hij gesneuveld is. Het is ook niet geweten waar hij begraven werd.  Iemand meent te weten dat hij in Staden begraven werd, maar daar wordt zijn graf ook niet teruggevonden.

Op 8 november 1920 vraagt zijn vader, Jan VOETEN, de strijdersbegiftiging aan bij het V.O.S. van Meer. Het ministerie van Landsverdediging maakt de berekening: Henri VOETEN heeft van 5 december 1914 tot 24 mei 1915 dienst gedaan achter het front (= 5 maand en 21 dagen) en van 25 mei 1915 tot 4 oktober 1918 was hij in frontdienst (= 40 maand en 11 dagen). Zijn nabestaanden hebben recht op 42 maand aan 75 frank en 5 maand aan 50 frank. Samen 3400 frank, verminderd met de familiebegiftiging van 300 frank, 3100 frank.

Postuum ontvangt Henri VOETEN de eretekens van Ridder in de Orde van Leopold II met palm en het Oorlogskruis met palm (toegekend bij K.B. dd. 06-11-1922), de IJzermedaille (toegekend bij K.B. dd. 09-01-1920 – eigenaardig, want tijdens de IJzerslag was hij nog niet ingelijfd in het Belgische Leger), waarschijnlijk wordt hier de Overwinningsmedaille bedoeld. Hij heeft voor de 4 jaren frontdienst ook recht op vijf frontstrepen.

Op 8 augustus 1924 doet de rechtbank uitspraak over zijn overlijden en het vonnis wordt doorgestuurd naar de gemeente Meer om de overlijdensakte bij te schrijven in de registers van de burgerlijke stand.

Op de prent met 4 portretfoto’s van gesneuvelde soldaten uit Meer, staat Henri VOETEN links onder. Zijn naam staat vermeld op het oorlogsmonument te Meer en ook op het monument voor de gesneuvelden van het 3de en 23ste Linieregiment in de eerste wereldoorlog in Oostende, waar het 3de Linie gekazerneerd was.