Claesens Cornelius

Claesens Cornelius

Naam: Claesens Cornelius

Geboren te: Turnhout

Geboren op: 1890-01-07

Overleden te: Wilsele-Putkapel

Overleden op: 1914-09-10

Burgerlijke stand: gehuwd met Antonia Joanna Jacobs

Laatst gekend adres: Turnhout, de Broekzijde

Beroep: grondwerker

Cornelius CLAESENS was het tweede kind van fabriekwerker Cornelius CLAESENS  (°Turnhout 28-05-1866) en kantwerkster Maria Theresia GERSTMANS (°Turnhout 30-08-1864), allebei analfabeet. De ouders huwden in Turnhout op 7 januari 1887 waar ze ook allebei al woonden en bleven er wonen in de Otterstraat. Daar werden de drie oudste kinderen geboren: Maria Ludovica (°20-02-1887), Cornelius (°07-01-1890) en Maria Carolina (°20-01-1891/+Turnhout, in de Otterstraat, 23-08-1892, 19 maanden oud). Op 21-03-1893 overleed vader Corneel CLAESENS in de Warandestraat, slechts 26 jaar oud. Maximilianus Franciscus Maria werd na de dood van zijn vader geboren op 11-04-1893.

Moeder  Maria Theresia GERSTMANS hertrouwde te Turnhout op 28-05-1894 met handwerker Petrus CORSTIAENSEN (°Ravels 12-09-1868), ook hij was analfabeet. Ze gingen aan het Kruishuis wonen in Turnhout. Maximilianus Franciscus Maria CLAESENS overleed er op 13-12-1894, 20 maanden oud. In het nieuwe gezin werden aan het Kruishuis zes kinderen CORSTIAENSEN geboren: Adrianus Joannes Maria (°19-06-1895), Joannes Josephus Ernestus Maria (°12-07-1897), Ferdinandus Eduardus Carolina (°25-04-1899), Maria Justina Francisca (°27-01-1901), Joannes Augustinus (°17-12-1902) en Joannes Baptista (°25-07-1904). Maria Ludovica CLAESENS  overleed er op 19-09-1897, 10 jaar oud. Maria Elisabeth CORSTIAENSEN werd in de Patriottenstraat geboren op 25-02-1907 en overleed er op 24-08-1907, 6 maanden oud.

Corneel CLAESENS huwde in Turnhout op 19-02-1912 met Antonia Joanna JACOBS (°Turnhout 01-03-1889). Hij heeft dan voldaan aan de militiewetten en is grondwerker van beroep. Kantwerkster Antonia Joanna  woont ook in Turnhout en werkt als arbeidster, ze is analfabeet. Ze heeft al twee kinderen: Maria Theresia Josepha Gerarda Godeliva  JACOBS (°in de Patriottenstraat, 03-11-1908) en Guilielmus  JACOBS (°in het Papenstraatje,  21-05-1910). Beide kinderen worden bij het huwelijk van de ouders erkend en gewettigd en gaan vanaf dan door het leven met  de naam CLAESENS. Hun derde kind, Petrus Josephus, wordt aan de Broekzijde geboren op 8 oktober 1912.

Na de oorlog in mei 1920 woont zijn weduwe in de Otterstraat nr. 89 (of 102).

Adrianus Joannes Maria CORSTIAENSEN (°Turnhout 19-06-1895), de oudste van de halfbroers van Cornelius CLAESENS sneuvelde ook in de Eerste Wereldoorlog, te Caeskerke op 29-11-1917.

Corneel CLAESENS was volgens de inlichtingen die we konden raadplegen van de lichting 1912 en trad in dienst van het Belgische leger in 1912. Eigenaardig, volgens zijn geboortejaar zou hij eerder van de lichting 1910 moeten geweest zijn en bovendien wordt bij zijn huwelijk op 19 februari 1912 uitdrukkelijk vermeld dat hij voldaan heeft aan de militiewetten en dat dit bevestigd is in een getuigschrift van de gouverneur van de Provincie Antwerpen gedateerd op 30 januari 1912. Hij is ingelijfd bij het 6de Linieregiment en krijgt als soldaat 2de klas het stamnummer 106/71975.

Bij de algemene mobilisatie vervoegt hij het 6de Linie. Het garnizoen is gekazerneerd  in de forten 7-8 en 9-10 van de binnenste fortengordel van de Stelling Antwerpen. Samen met het 26ste Linie en twee batterijen te paard, maakt het deel uit van de 6de gemengde brigade die strijdt in de 2de legerdivisie ten oosten van Leuven (05-08-1914), te Aarschot en Werchter (18-08-1914), in Boortmeerbeek en Over-de-Vaart (op 25 en 26-08-1914).

Op 9 september 1914 begint de tweede uitval uit Antwerpen. De Duitsers sturen immers massaal versterking naar Frankrijk. Hét moment voor het Belgische Leger om met 60.000 man toe te slaan.  

Het 6de en 26ste Linie, die in Betekom de Demer zijn overgestoken, marcheren langs de baan Aarschot-Leuven in de richting van Wezemaal, waar ze zullen bivakkeren. De volgende ochtend om 7u15 verlaten ze Wezemaal en het 6de rukt op naar Putkapel en bezet de zuidgrens van het dorp, de baan naar Leuven. Om 12u40 geeft Luitenant Generaal DOSSIN het bevel tot de aanval op Leuven.

Het 6de Linie trekt op richting Kessel-Lo en Blauwput. Ze krijgen te maken met zware Duitse druk door de grotere getalsterkte van de Duitsers. Die hadden in allerijl drie divisies die op weg waren naar de Marne, teruggeroepen. Het 6de Linie vraagt om versterking die ze ook krijgen, toch moeten ze terugtrekken tot Wezemaal. Maar ondertussen is Corneel CLAESENS reeds gesneuveld. Hij overlijdt als eerste militair in Wilsele-Putkapel aan zijn verwondingen tussen 10 en 11 september 1914. Hij wordt op het kerkhof van Wilsele-Putkapel afzonderlijk begraven tussen de burgers.  Na de oorlog moet er wel een tijd gezocht worden naar zijn graf; er circuleren ook gegevens als zou hij in Wezemaal gesneuveld zijn en ook de foute schrijfwijze van zijn naam als CLAESSENS op zijn overlijdensakte opgesteld in Wilsele-Putkapel, speelt de onderzoekers parten.

Op 27-10-1924 worden zijn stoffelijke resten overgebracht naar graf nr. 724 op de grote Belgische Militaire Begraafplaats op de Brusselsesteenweg te Veltem-Beisem.