Cynsmans Emilius

Emiel CYNSMANS is van de lichting 1911 en wordt op 18-04-1911 opgeroepen om zijn dienstplicht te vervullen. Hij is 1 m 685 groot, heeft een lang, bleek gezicht, donkerblauwe ogen, dunne lippen, een putje in de kin, uitstaande oren en kastanjebruin haar en wenkbrauwen. Op 02-10-1911 begint zijn actieve dienst als soldaat 2de klas bij het 7de Linie met stamnummer 107/57021. Op 10 april 1914 mag hij in onbepaald verlof naar huis. Het 7de Linie heeft zijn garnizoen in kazerne 7-8 te Antwerpen.

Op 30 juli 1914 wordt hij weder opgeroepen en op 1 augustus is hij present bij het 7de Linie 1ste bataljon, 4de Compagnie. Het 7de Linie maakt samen met het 27ste Linie deel uit van de 7de gemengde brigade en strijdt in de 2de legerdivisie. In augustus 1914 strijden ze in de omgeving van Leuven en Mechelen en aan het einde van de maand in ’s-Gravenwezel. Van 8 tot 10 september nemen ze deel aan de Uitval uit Antwerpen met de herovering van Aarschot. Daarna zijn ze actief in Sint-Katelijne-Waver, Kontich, Lint en Borsbeek. Begin oktober trekken ze terug via Schoonaarde. Tijdens de slag aan de IJzer in oktober 1914 strijden ze bij de Uniebrug te Sint-Joris. Vanaf 4 november 1914 strijden ze bij Lombardsijde in de sector Nieuwpoort. Miel CYNSMANS behoort dan tot het 3de bataljon, 9de compagnie van het 7de Linie. Het is tijdens deze gevechten dat Emiel CYNSMANS sneuvelt. Lombardsijde, een buurgemeente van Nieuwpoort, is nu een deelgemeente van Middelkerke.

Hij wordt diezelfde dag nog samen met een zestal andere gesneuvelden in een veldgraf begraven aan het kanaal op 15 meter van de Boterdijkbrug. Er waren bij de IJzerslag zo’n felle gevechten dat het quasi onmogelijk was de gesneuvelden een gepaste laatste rustplaats te geven. Waarschijnlijk werd hij in 1924 bij het hergroeperen van de begraafplaatsen, samen met de anderen uit dat geïmproviseerde massagraf, als ‘onbekende’ herbegraven in de Belgische Militaire Begraafplaats van Ramskapelle. De streek had dan jaren lang onder water en onder vuur gestaan, het was daardoor heel moeilijk de stoffelijke resten nog te identificeren.

Lodewijk CYNSMANS, de vader van Emile, vraagt bij het VOS de strijdersbegiftiging aan voor zijn gesneuvelde zoon, nadat de vrederechter van het kanton Hoogstraten op 06-11-1920 vastgesteld heeft dat zijn vader en moeder zijn enige erfgenamen zijn ‘voor het geheel’. Zij ontvangen als strijdersbegiftiging voor 4 maanden frontdienst: 75 frank x 4 = 300 frank, maar omdat hiervan de familiebegiftiging van 300 frank wordt afgetrokken, krijgen ze 0 frank.

Emiel CYNSMANS was van 1-08-1914 tot 04-11-1914 in frontdienst. Hij kreeg daarvoor geen frontstrepen. Hij was immers geen vol jaar in frontdienst. Hij kreeg wel postuum de eretekens van Ridder in de Orde van Leopold II met palm en het Oorlogskruis toegekend bij KB dd. 19-06-1926.

Bij de Uniebrug in Sint-Joris staat een standbeeld ter ere van het 7de Linie dat deelnam aan de IJzerslag en de slag van Lombardsijde. Eigenaardig genoeg is nergens in het militaire dossier van Emile CYNSMANS sprake van de toekenning van de IJzermedaille.

In Rijkevorsel staat Emiel CYNSMANS als vermist vermeld op het oorlogsmonument aan de Sint-Willibrorduskerk.

Rijksarchief van België (voor zover online beschikbaar)
Geneanet
Informatie verkregen van de Vlierbes, Heemkundige kring van Beerse, en van de Heemkundige Kring van Rijkevorsel
militair dossier
https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=8599
https://files.warveterans.be/pdf/A12/5930.PDF
https://database.namenlijst.be/publicsearch/#/person/_id=603EBB2D-297B-11D2-B12B-BE2CDE1F7030
https://www.bloggen.be/vlaanderensvelden/archief.php?ID=2625983
http://www.wo1.be/nl/db-items/standbeeld-voor-de-deelname-van-het-7de-linieregiment-aan-de-slag-van-de-ijzer
http://www.wo1.be/nl/faq/detail-186