EXSTEEN Alfred

EXSTEEN Alfred

Naam: EXSTEEN Alfred

Geboren te: Geel

Geboren op: 1897-04-19

Overleden te: Moorslede

Overleden op: 1918-09-29

Burgerlijke stand: Ongehuwd

Laatst gekend adres: Geel, Statiestraat 31

Beroep: Student

Burgerlijke stand toestand 1910

Zoon van Alfred Alphonsus Petrus Exsteen en Maria Philippina Francisca Janssens,

Alfred Alphonsus Petrus Exsteen, geboren te Ruiselede op donderdag 8 mei 1873, zoon van Petrus Exsteen en Maria Christina Coene.

Hij is getrouwd te Geel op zaterdag 18 juli 1896 akte 51 (getuigen waren Felix Van Regemorter, Joannes Franciscus Schellekens, Julius Verelst en Oscar Marie De Saegher) met

Maria Philippina Francisca Janssens, geboren te Geel (Eerste Wijk) op donderdag 14 augustus 1873 akte 244, dochter van Augustinus Florentius Janssens en Maria Dymphna Helena Willems.

Kinderen uit dit huwelijk:

1 Petrus Florentinus Alfred Exsteen, geboren te Geel (Eerste Wijk) op maandag 19 april 1897 akte 156.

2 Maria Christina Eugenia Yvonne Exsteen, geboren te Geel (Eerste Wijk) op vrijdag 4 augustus 1899 akte 303.

Laatst gekend adres

Geel, Statiestraat 31

Beroep

Student

Datum van overlijden

29 september 1918

Plaats van overlijden

Moorslede

Begraafplaats

 

 

Begraven te Geel (St-Dympnakerkhof) op 10 februari 1919

In haar editie van 30 november 1918 meldt het Nieuwsblad van Geel zijn overlijden

In haar editie van 8 februari 1919 kondigt het Nieuwsblad van Geel zijn begrafenis aan

Hij wordt ingeschreven in het overlijdensregister te Geel op 20 december 1922.

Andere gegevens

Ongehuwd

Datum indiensttreding

6 juni 1916

Stamnummer

477

 

Graad

Soldaat 2de klasse oorlogsvrijwilliger

 

Regiment

16 linie, 3de bataljon, 10de compagnie (10/III/16)

 

Militaire loopbaan

 

29 mei 1916: meldt zich als oorlogsvrijwilliger bij het 16de linie. Hij is dan 19 jaar.

6 juni 1916: treedt officieel in dienst en gaat naar het opleidingscentrum van Parigné l’évèque

Tot 19 juni 1917 blijft hij in de achterhoede in opleiding

20 juni 1917: vervoegt op 20-jarige leeftijd het 16de linie aan het front.

 Op dat moment bezet het 16de linie de sector Diksmuide (22 februari 1917 tot 9 november 1917). De 10de compagnie van het 16de linie neemt tijdens deze periode tot twee maal toe deel aan een raid op de bloemmolens (minoterie) te Diksmuide. Een eerste maal in de nacht van 18 op 9 oktober 19717; een tweede maal in de nacht van 26 op 27 oktober 1917.

Op 9 november 1917 gaat het 16de linie met rust om vervolgens van 17 december 1917 tot 20 mei 1918 de sector Ramskapelle, ondersector zuid (Pervijse) te bezetten. Van 7 juli tot 17 augustus 1918 bezet het de sector Boezinge-Merkem.

29 september 1918: sneuvelt in het gevecht bij Moorslede

 

Onderscheidingen

Oorlogskruis en kruis van Ridder in de orde van Leopold II (19 juni 1920)

 

Gevechten waaraan deelgenomen

 

Bevrijdingsoffensief (28 september – 11 november 1914)

Op 28 september 1918 gaat het Vlaanderenoffensief van start. Het doel is het veroveren van een gunstige uitvalsbasis voor het latere algemene bevrijdingsoffensief. Voor Vlaanderen houdt dit de verovering van de heuvel van Merkem, het bos van Houthulst, de heuvelkam van Passendale en de hoogte van Geluvelt in. 

Negen Belgische infanteriedivisies worden voor deze aanval ingezet, samen met een Franse divisie. Samen vormen zij de legergroep Vlaanderen. De 8ste Infanteriedivisie (7, 16 en 17 Linieregiment) zit in de Groepering Zuid van de legergroep.Het begin van het offensief is vastgesteld op 05.30 uur in de ochtend van 28 september. In de aanhoudende regen trekken de Geallieerden op het uur H ten aanval. In de ochtend bereikt de Groepering Zuid de vijandelijke stellingen : de “Flandern Stellung II”. Aan de voet van deze stelling houden ze halt. Om 10.30 uur wordt de aanval weer aangevat, maar komt moeilijk op gang. Enkel het 16de en 17de Linie slagen erin de hoogten bij Passendale te overschrijden. Op het einde van de dag hebben zij vaste voet gekregen tot vlak voor de Duitse “Flandern Stellung II”.Het 16de Linieregiment installeert zich die avond op de heuvelkam van Passendale en bezet op 28 september Zonnebeke.

Moorslede 
In de ochtend van 29 september hervatten de Belgen hun aanval. De Groepering Zuid schiet weer vooruit met de 8ste infanteriedivisie op kop. Het 1 Bataljon 16 Linie krijgt een zware artilleriebeschieting te verduren. Om 08.45 uur wordt het reservebataljon, het 3 Bataljon 16 linie, onder leiding van majoor Bredael opgeroepen om het 1 Bataljon af te lossen. Ook krijgt het de opdracht Moorslede te veroveren en indien mogelijk nog verder door te stoten. De 9 Compagnie en de 10 Compagnie van het 3 Bataljon 16 Linie staan vooraan opgesteld, de 11 Compagnie volgt in de reserve en de 12 Compagnie (de compagnie mitrailleurs) wordt op de flanken verdeeld. Nauwelijks is het bataljon aan kilometerpaal 12 van de spoorweg Ieper – Roeselare opgesteld als het zwaar artillerie- en mitrailleurvuur beschoten wordt. Ondanks zware verliezen gaat de aanval verder, terwijl de vijandelijke artillerie haar moordend schroot onophoudelijk op het bataljon laat neer regenen. De één na de ander worden de kapitein Dery 
(10 Compagnie), de onderluitenant Perdaens en commandant Fritsch (12 Compagnie) gekwetst, onderluitenant Genin sneuvelt. Om 13.45 uur staat het bataljon voor Moorslede, kapitein Leblanc vervangt kapitein Dery aan het hoofd van de 10 Compagnie en onder zijn leiding wordt de eenheid recht naar het dorp gestuurd. De verliezen beginnen op dat moment zo zwaar door te wegen dat majoor Bredael versterking aanvraagt, alsook een artilleriebeschieting op het dorp ter voorbereiding van de stormaanval. Rond 15.00 uur komt het 2 Bataljon van het 16 Linieregiment in stelling naast het 3 Bataljon, klaar om aan te vallen. Majoor Bredael neemt het besluit de aanval te starten. 
Vanuit het noorden valt de 10 Compagnie aan en werpt zich vastberaden op de Duitse mitrailleursnesten. De eerste worden al gauw overmeesterd en er worden een twintigtal krijgsgevangenen gemaakt. 
Tien andere Duitsers worden gedood of gekwetst. Enkele andere mitrailleurs blijven echter vuren. Een gevechtsgroep onder leiding van adjudant Verriest krijgt de opdracht ze te vernietigen. Hevige gevechten breken los. Na een uur is de vijandelijke tegenstand van de zes mitrailleurs en hun twintigtal bedienaars gebroken. Het peloton van onderluitenant Guiche van de 11 Compagnie komt de 10 compagnie versterken om de omsingeling verder af te werken. 
Aan de rechterkant van het dispositief verneemt de 9 Compagnie van een krijgsgevangene dat Moorslede wordt verdedigd door vier compagnies van elk zestig manschappen en meerdere mitrailleurs. De aanval gaal onverminderd verder. De pelotons van Peynshaert en Van Der Donck, gesteund door een sectie mitrailleurs onder leiding van onderluitenant De Clerck, overmeesteren vijf machinegeweren. De compagnie gaal snel vooruit, vordert langs hagen en struikgewas, overwint elke tegenstand en maakt nog meer krijgsgevangenen. Weldra bereikt het bataljon de dorpsrand van Moorslede waar allerlei hindernissen zijn opgetrokken. De aanvallers slaan enkele bressen in de barricaden. Peynshaert en Van Der Donck stormen met hun pelotons door de bressen vooruit. Naar het noorden toe wordt de omsingeling verlengd met het peloton van Delbastaille. De eerste straten van Moorslede worden in looppas ingenomen. Wegvluchtende vijandelijke infanteristen en artilleristen worden beschoten, hun 
materiaal wordt buitgemaakt. Om 16.30 uur is het dorp bevrijd. Het bataljon wordt pas op anderhalve kilometer voorbij het dorp tot stilstand gebracht en reorganiseert zich daar. Het regiment trekt bij en de opmars wordt voortgezet tot aan de baan Menen – Roeselare, waar het 16 Linie halt houdt tussen Sint-Pieter en Beitem. Het 7 Linie neemt de opdracht over en organiseert er een stelling. 

(Bron:  Manu Cammaert. De Geschiedenis van het 6 Linieregiment)

 

Andere gegevens

 

1  frontstreep

Op 12 november 1920   vraagt zijn vader de vergoeding van het strijdersfonds aan

 Op 11 juni 1921 berekent het ministerie van defensie het bedrag voor het strijdersfonds. Voor de 12 maanden in de achterhoede en de 16 maanden aan het front heeft hij recht op 1.800 frank strijdersbegiftiging. Omdat hiervan 300 frank familiebegiftiging wordt afgetrokken, hebben de nabestaanden nog recht op 1.500 frank.

 

DGHR-Notariaat Evere, Militair personeelsdossier

Stadsarchief Geel, gegevens burgerlijke stand 1910.

Stadsarchief Geel, collectie bidprentjes Geels Geschiedkundig Genootschap. 

Stadsarchief Geel, Het Nieuwsblad van Geel, 1914 – 1918

SWOLFS, 1995

Manu CAMMAERT. De Geschiedenis van het 6 Linieregiment.

Wie zat waar in de Belgische sector van het IJzerfront, http://forumeerstewereldoorlog.nl/viewtopic.php?t=12763

‘Geschiedenis der regimenten’ in Guldenboek der vuurkaart, http://www.tenboome.webruimtehosting.net/guldenboek/Guldenboekprojecttotaal/legeronderdelen.htm