Eykens Albert Jan

Eykens Albert  Jan

Naam: Eykens Albert Jan

Geboren te: Merksplas

Geboren op: 1897-05-28

Overleden te: Baarle-Drongen

Overleden op: 1918-11-10

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Merksplas, Kolonie 132

Beroep:

Overleden  te Baarle-Drongen  op 10 nov 1918.

Begraven              te Drongen op 11 nov 1918

                               Herbegraven  te Turnhout  (3296)

Albert is de zoon van Aloysius Eyckens, hoofdbewaker in de kolonie van Merksplas, en Maria Clessens zonder beroep. Hij had nog een oudere broer Jan Arthur en een jongere zuster Joanna Maria.  In het weekblad “De Kempenaar” dd. 16 feb 1919 lezen we dat hij oud leerling van SVT was en ook uit de brieven van zijn vader zien we dat hij in de nacht van 8 op 9 juni 1915 de grens is overgestoken (waarschijnlijk via de dodendraad). Na de oorlog is hij herbegraven op het kerkhof van Turnhout.

Hij was ongehuwd en de laatste woonplaats was Kolonie 132 Merksplas.

Stamnummer 162/445     Soldaat 2° klas   Oorlogsvrijwilliger

Indiensttreding      11 juni 1915     12° Artillerie/ 3° groep

Gestalte 1m68 en kastanjebruin haar

Doodsoorzaak  verwondingen  (obusscherven in de buik) tijdens een aanval te Ecke (deelgemeente van Nazareth  (O-VL) aan de Schelde ten zuiden van Gent en overleden in Baarle –Drongen

 

Na zijn opleiding is hij waarschijnlijk in sept 1915 naar het front gegaan. In 1917 heeft hij 2 frontstrepen gekregen en in 1918 nog een derde. Latere briefwisseling geeft zelfs 5 frontstrepen aan.

Het Strijdersfonds geeft aan :

Berekening voor de oorlogsvergoedingen:

11 juni1915 tot 4 sept 1915 ttz 3 maanden achter het front à 50 fr

5 sept 1915 tot 10 nov 1918 aan het front    ttz 39 maanden aan het front à 75 fr

Geeft een saldo van  39 x 75 fr plus 3 x 50 fr is 3075 fr min 300 fr dwz 2775 fr.

Frontstrepen  : onbekend

 

Vader start een briefwisseling voor het bekomen van eretekens voor zijn zoon. In de handgeschreven brief wordt de “E” als “T” gelezen en gaat men opzoek naar een TYKENS , wat een hele briefwisseling opgang bracht, tot men in het militair ziekenhuis van Brugge de link legt tussen beide namen.

 

In een voorstel voor het bekomen van een ereteken lezen we:

Albert werd als goede soldaat omschreven

Zwaar gewond overgebracht naar het P.S.A.  hospitaal Engelhoek en was 24 maanden aan het front.

Gezien de moed die hij toonde gedurende het bombardement en op post gebleven ondanks zijn zware verwondingen, en de lange periode aan het front en goede staat van dienst  wordt het ereteken van “Ridder in de Leopold II orde” voorgesteld, maar later geweigerd.

 

Vader heeft blijkbaar de volksvertegenwoordiger Van Hoeck ingeschakeld en krijgt als antwoord  dat de   “brevetten en juwelen der Zege-   en Herinneringsmedailles van de Oorlog 1914-18, welke eervolle onderscheidingen, na den dood van zijne betreurden zoon werden toegekend, te doen geworden”.

Uiteindelijk heeft hij postuum  toch het “Oorlogskruis” en het  “Overwinningskruis” gekregen.

 Informatie van HKK Marcblas Merksplas

  Bevolkingsarchief  Gemeente Merksplas

 Militair dossier

 “De Kempenaar” dd. 16.02.1919 weekblad in de regio Turnhout (SAT)