GEYSEN Alfons Benedictus

GEYSEN Alfons Benedictus

Naam: GEYSEN Alfons Benedictus

Geboren te: Geel

Geboren op: 1894-10-20

Overleden te: De Panne (l'Ocean)

Overleden op: 1915-09-26

Burgerlijke stand: Ongehuwd

Laatst gekend adres: Geel, Winkelomheide 113

Beroep: Landbouwer

Burgerlijke stand toestand 1910

Zoon van Carolus Geysen en Maria Juliana Bertels,

Carolus Geysen, landbouwer, geboren te Veerle op dinsdag 25 december 1849, overleden te Geel op vrijdag 13 maart 1931, 81 jaar en 78 dagen oud, zoon van Josephus Geysen en Maria Catharina Van Lommel.

Hij is getrouwd te Geel op donderdag 9 januari 1879 akte 2 (getuigen waren Carolus Bertels, Ludovicus Proost, Knaeps Antonius Gerebernus en Eugenius Verhulst) met

Maria Juliana Bertels, landbouwster, geboren te Geel (Zammel) op zaterdag 27 maart 1852 akte 87, overleden te Geel (Winkelomheide) op vrijdag 24 oktober 1941, 89 jaar en 211 dagen oud, dochter van Pierre Francois Bertels en Marie Anne Van Genechten.

Kinderen uit dit huwelijk:

1 Maria Catharina Geysen, landbouwster, geboren te Geel (Zammel) op zaterdag 20 december 1879 akte 393, overleden te Geel op maandag 25 december 1961, 82 jaar en 5 dagen oud..

2 Doodgeboren dochter, geboren te Geel (Zammel) op zondag 27februari 1881, akte 75.

3 Maria Josephina Geysen, geboren te Geel (Zammel) op donderdag 20 juli 1882 akte 216.

4 Carolus Josephus Geysen, landbouwer, geboren te Geel (Zammel) op zaterdag 6 december 1884 akte 354..

5 Norbertina Geysen, geboren te Geel (Winkelomheide) op maandag 26 september 1887 akte 296.

6 Doodgeboren dochter, geboren te Geel (Winkelomhei) op donderdag 26 december 1889, akte 385.

7 Petrus Franciscus Geysen, geboren te Geel (Winkelomheide) op maandag 12 januari 1891 akte 16, overleden te Geel (Winkelomhei) op zondag 9 februari 1896 akte 57, 5 jaar en 28 dagen oud.

8 Maria Catharina Valentina Geysen, landbouwster, geboren te Geel (Winkelomheide) op maandag 12 januari 1891 akte 15.
9 Alphonsus Benedictus Geysen, geboren te Geel (Winkelomheide) op zaterdag 20 oktober 1894 akte 385.

Laatst gekend adres

Geel, Winkelomheide 113

Beroep

landbouwer

Datum van overlijden

Zijn graf, bidprentje en overlijdensakte vermelden 26 september 1915.

In zijn militair personeelsdossier bevinden zich een verslag van zijn oversten en getuigenis van een medisch helper die zijn overlijden dateren op 27 september 1915.

Het dagorder van de derde legerdivisie situeert het dan weer op 28 september 1915.

In haar editie van 3 november 1915 vermeldt het Nieuwsblad van Geel zijn overlijden. In haar editie van 20 november 1915 staat een verslag van de zielmis.

Op 1 oktober  1916 meldt het frontblad Stem uit Gheel zijn overlijden.

Plaats van overlijden

Hier zijn twee versies:

Versie 1: volgens alle documenten in zijn militair personeelsdossier overleden in veldhospitaal l’Ocean. 

Versie 2: volgens het bidprentje overleden in het gasthuis van Adinkerke. Dat zou dan het veldhospitaal ‘Cabour’ in Adinkerke moeten zijn.

Begraafplaats

1ste begraafplaats:  begraven op 27 september 1915 op de militaire begraafplaats van Adinkerke.

Andere gegevens

Ongehuwd

Lengte: 1,740 meter

Op de familiefoto herkennen we het gezin van Karel Geysen en Julia Bertels voor hun boerderij in de Eindhoutseheide.

Vooraan, l/r: Julia Tubbeckx (dochter van Alexander Tubbeckx en Mieke Geysen), Fien Geysen (x Jan Goossens) met Rozeke op haar schoot, vader Karel met kleinzoon Staf Goossens, moeder Julia, Mieke Geysen (x Alexander Tubbeckx) met Fien Tubbeckx, en Marie Tubbeckx (dochter van Alexander Tubbeckx en Mieke Geysen)

Achteraan, l/r: Jan Goossens (x Fien Geysen), Katharina Geysen, Norbertina Geysen, Jef Geysen en Alexander Tubbeckx.

Hun jongste zoon Fons ontbreekt op de foto. Gezien de leeftijd van de kleinkinderen kunnen we concluderen dat deze foto dateert van rond 1915. Mogelijk werd deze foto gemaakt toen Fons (1894 – 1915) aan het IJzerfront vocht of reeds overleden was.

Datum indiensttreding

1 augustus 1914

Stamnummer

58926

Graad

Soldaat 2kl mil 1914

Regiment

12 linie, 2de bataljon (II/12)

Militaire loopbaan

 

11 mei 1914: goedgekeurd voor militaire dienst. De militieraad omschrijft hem als bijzonder geschikt voor bereden artillerie, artillerie te paard en ruiterij.

1 augustus 1914: gemobiliseerd

4 april 1915: in dienst bij het 12de linieregiment

6-22 april 1915: ondersector Oostkerke
29 april tot 22 mei 1915: ondersector Pervijse
29 mei tot 19 juni 1915 ondersector Oostkerke 
26 juni tot 12 juli 1915 ondersector Pervijse
20 juli tot 8 augustus 1915 ondersector Oostkerke
17 augustus tot 17 september 1915 ondersector Pervijse 
16 september tot 6 oktober 1915 ondersector Oostkerke

Op 26 september 1915: om 09:45 h in de ochtend bevindt Alfons zich in de vooruitgeschoven post tr. 1 in de IJzerdijk (tr. 1 maakt deel uit van de verbindingsloopgraaf die later bekend wordt als de Dodengang) in de hoedanigheid van guètteur (waarnemer). Terwijl hij via een periscoop de vijandelijke stellingen 35 meter verderop bespiedt, wordt hij vol in het hoofd getroffen door een vijandelijke kogel. In zijn militair personeelsdossier bevindt zich een handgeschreven verslag van deze feiten. Zwaargewond wordt hij afgevoerd naar het veldhospitaal l’Ocean in De Panne waar hij dezelfde dag nog overlijdt.

Omdat hij zich dapper en plichtsbewust van zijn taak kweet, draagt de bevelhebber van zijn compagnie, ene kapitein Hogniaux, de volgende dag Alfons voor een eerbare onderscheiding. Deze vraag krijgt achtereenvolgens een gunstig advies van de regimentscommandant, de brigadecommandant en de divisiecommandant generaal Jacques. Tot slot keurt de koning zelf deze aanvraag goed en noteert eigenhandig de vermelding Decoration Militaire, met daaronder zijn handtekening.

In zijn dossier bevindt zich ook een  schrijven van medisch helper Jos Matthijs (auxiliaire du service de santé ), gedateerd 28 september 1915, met bevestiging van de omstandigheden van het overlijden.

Het blad De Legerbode maakt in haar editie van 14 oktober 1915 melding van zijn onderscheiding, met  volgende woorden: Kalm en moedig soldaat. Werd zwaar gekwetst, toen hij op korten afstands des vijands op wacht stond. Blijkbaar had het bericht van zijn overlijden de redactie niet bereikt.

Onderscheidingen

 

Oorlogskruis met palm (ontvangen door nabestaanden op 9 mei 1923)

Ridder in de orde van Leopold II

Op 5 oktober 1915 ontvangt Alfons postuum het militair ereteken 2de klasse. Deze onderscheiding werd uitgereikt aan onderofficieren en soldaten van de Belgische strijdkrachten ofwel voor trouwe dienst, ofwel voor moed of uitzonderlijke verdienste. In het geval van Alfons voor moed. Zijn ereteken zal voorzien zijn geweest van een rode lint met in de randen de nationale Belgische driekleur.

In het dossier is er echter geen spoor van terug te vinden dat de nabestaanden dit ereteken hebben ontvangen. Ook op zijn graf werd het militair ereteken niet aangebracht. Mogelijk werd het ereteken nooit uitgereikt.

Gevechten waaraan deelgenomen

Geen informatie

Andere gegevens

Geen frontstrepen

Op 29 juni 1922 vraagt zijn vader de vergoeding van het strijdersfonds aan.

Alfons kreeg  in de periode van 1 augustus 1914 tot 4 april 1915 vermoedelijk zijn  opleiding. Dit zijn 8 maanden in de achterhoede.  Tot 27 september verbleef hij vervolgens 5 maanden aan het front. Dit zou hem 775 oude Belgische franken aan strijdersbegiftiging  hebben opgeleverd.

Voor de berekening van zijn strijdersbegiftiging  rekende men echter 10 maanden aan het front en niets in de achterhoede.  Een totaal van 750 franken.

In Ria Christens en Koen De Clercq. Frontleven (1987) 14/118. Het dagelijks leven van de Belgische soldaat aan de IJzer. Lanno, Tielt. Lezen we het volgende:

In juli en augustus 1915 begint men met de uitdeling van een zomerkostuum van het Engelse type. Het katoenen kaki-kleuri pak had een vest met uitgesneden kraag, een broek, en een kepie, die de donkerblauwe muts met oorlappen verving. (…) een lange jekker van het Engelse type. Deze had vier zakken langs de buitenkant, een vernieuwing die door de soldaten bijzonder gewaardeerd werd. (…) Aangezien de helm het verplichte hoofddeksel werd aan het front, mocht de kepie alleen nog tijdens de rustdagen gedragen worden en moest deze aan het front in de rugzak opgeborgen blijven. Dit was allesbehalve praktisch en de kepies vertoonden al snel de nodige deuken en kreuken met alle gevolgen van dien bij de inspecties. Einde 1916 zou dit hoofddeksel dan ook vervangen worden door een politiemuts in portefeuillevorm. (p.41-42)

De ene foto waarop Fons afgebeeld staan met een kepie werd vermoedelijk gemaakt in de zomer van 1915, net nadat hij het nieuwe uniform kreeg. Omdat hij in september sneuvelde, kunnen we er van uitgaan dat dit de laatste foto van Fons is. 

De andere foto, met lange overjas en muts met oorlappen (hier omhoog geplooid) is vermoedelijk genomen in april 1915, als hij toetreedt tot het 12de linie. 

DGHR-Notariaat Evere, Militair personeelsdossier

KLM Brussel, Dagorder 3de legerdivisie juni 1915​, ExCDH 3DA doos 2667

Stadsarchief Geel, gegevens burgerlijke stand 1910.

Stadsarchief Geel, collectie bidprentjes Geels Geschiedkundig Genootschap. 

Stadsarchief Geel, Het Nieuwsblad van Geel, 1914 – 1918

Archief Gasthuismuseum Geel, frontblaadje Stem uit Gheel

SWOLFS, 1995

RA Beveren. Nationale militie. 18de militiekanton. Lichting van 1914.Provincie Antwerpen.

De legerbode, 14 oktober 1915 (173).

Collectie René Verachtert (Winkelomheide)

‘Geschiedenis der regimenten’ in Guldenboek der vuurkaart, http://www.tenboome.webruimtehosting.net/guldenboek/Guldenboekprojecttotaal/legeronderdelen.htm

Wie zat waar in de Belgische sector van het IJzerfront, http://forumeerstewereldoorlog.nl/viewtopic.php?t=12763