LAHONGH Adrianus Lucianus

LAHONGH Adrianus Lucianus

Naam: LAHONGH Adrianus Lucianus

Geboren te: Geel

Geboren op: 1892-11-29

Overleden te: Calais (F)

Overleden op: 1916-08-29

Burgerlijke stand: Ongehuwd

Laatst gekend adres: Geel, Statiestraat 8

Beroep: Drukker

Burgerlijke stand toestand 1910

Zoon van Joannes Franciscus Julianus Lahongh en Anna Maria Dimphna Fornara

Joannes Franciscus Julianus Lahongh, drukker, geboren te Geel (Eerste Wijk) op woensdag 14 juni 1865 akte 162, zoon van Petrus Jacobus Lahongh en Maria Rosalia Colignon.

Hij is getrouwd te Geel op maandag 14 juli 1890 akte 49 (getuigen waren Carolus Colignon, Frans Fornara, Josephus Verboven en Frans Stuyck) met

Anna Maria Dimphna Fornara, geboren te Geel (Eerste Wijk) op vrijdag 2 maart 1866 akte 60, overleden te Geel op donderdag 29 juli 1948, begraven aldaar op maandag 2 augustus 1948, 82 jaar en 149 dagen oud, dochter van Petrus Felix Fornara en Maria Catharina Verboven.

Kinderen uit dit huwelijk:

1  Julia Maria Lahongh, geboren te Geel (Eerste Wijk) op vrijdag 25 december 1891 akte 433.

2 Adrianus Petrus Lucianus Lahongh, geboren te Geel (Eerste Wijk) op dinsdag 29 november 1892 akte 381.

3 Carolus Felix René‚ Lahongh, geboren te Geel (Eerste Wijk) op dinsdag 16 juli 1895 akte 266.

4 Maria Josepha Bertha Lahongh, geboren te Geel (Eerste Wijk) op donderdag 29 oktober 1896 akte 392..

5 Franciscus Joannes Robert Lahongh, geboren te Geel (Eerste Wijk) op maandag 2 januari 1905 akte 4, overleden aldaar op vrijdag 15 december 1905 akte 416, 347 dagen oud.

Laatst gekend adres

Geel, Statiestraat 8

Beroep

Drukker

Datum van overlijden

29 augustus 1916

Op 30 september 1916 meldt het Nieuwsblad van Geel zijn overlijden

Op 5 november 1916 meldt het frontblad Stem uit Gheel zijn overlijden. Men gebruikt niet de term ‘roemrijk gesneuveld’ die men anders wel gebruikt! Hier wordt echter 28 augustus 1916 als datum van overlijden vermeld.

Plaats van overlijden

Calais (F) Anglo-Belgisch hospitaal nr.  2

Begraafplaats

 

1ste begraafplaats: Calais (F) Stedelijke begraafplaats “Nord”, Belgische militaire begraafplaats sectie1 rij 15, grafnummer 15

2de  begraafplaats: Calais (F Pas-de-Calais) Stedelijke begraafplaats “Nord”, bvd du 8 Mai, Belgisch ereperk, grafnummer 490

Andere persoonlijke

Gegevens

Ongehuwd

Lengte: 1,72 meter

Volgens informatie van het stadsarchief krijgt zijn moeder Anna Maria Dimphna Fornara na de oorlog stemrecht voor beide wetgevende kamers.

Datum indiensttreding

11 april 1915

Stamnummer

62389

 

Graad

Soldaat 2kl oorlogsvrijwilliger

 

Regiment

2 linie, 2de compagnie mitrailleurs

 

Militaire loopbaan

 

1 oktober 1912: als milicien van de klasse 1912 meldt hij zich bij de militieraad. Hij wordt voor een jaar vrijgesteld voor broeder in dienst.

23 maart 1914: hij wordt nogmaals een jaar vrijgesteld voor broeder in dienst

Zijn bidprentje  vermeldt dat hij bij het begin van de oorlog actief is als brancardier in de als hospitaal ingerichte Zoo van Antwerpen. Hij blijft op post tot de inname van Antwerpen en meldt zich later aan als oorlogsvrijwilliger.

11 april 1915: aangemeld als vrijwilliger in het opleidingscentrum van de derde legerdivisie

29 augustus 1915: overgeplaatst naar het Centre d’instruction de Mitrailleurs (C.I.M.) in Oye-plage. Hij krijgt hij een gespecialiseerde opleiding tot  het bedienen van een mitrailleur

Tot 1 maart 1916 in opleiding

2 maart 1916: in dienst van het 2de linie aan het front

In april 1916 is het 2de linieregiment gelegerd te Eggewaartskapelle. Onderluitenant Raoul Snoeck schrijft op 16 april 1916 in zijn dagboek het volgende over de aankomst van het 2de linieregiment in Eggewaartskapelle:  ‘Toen we de barakken overnamen, waren ze erg vuil. Eggewaartskapelle is een gehuchtje van niemendal: een kerk, enkele huizen en smalle, vuile straatjes.

De loopgravendienst verloopt per bataljon. We hebben slechts één dag eerste linie aan de IJzer (Dodengang), een dag piket langs de spoorweg Nieuwpoort – Diksmuide, twee dagen reserve op de hoeves in Oostkerke en vier dagen rust in Eggewaartskapelle.’

De leefomstandigheden in deze sector zijn erbarmelijk. Op 10 juli 1916 schrijft Raoul Snoeck: ‘in bunkers zonder deur slapen, lezen en praten we, velen roken een pijp of sigaret. (…) Ons terrein is als een kleine halfondergrondse stad, waarin elke grote loopgraaf een naam heeft als een straat en de kleinere loopgraven met elkaar verbindt.’

De zomer van 1916 is blijkbaar belabberd, want op 7 september 1916 schrijft hij ‘Wij hebben een periode van verschrikkelijke slecht weer achter de rug. De maand augustus en de eerste dagen van september waren erbarmelijk. Het blijft maar regenen. De weiden veranderden in echte slijkpoelen. De ongezonde mist van de Polders bezorgde me een korte, hevige koortsaanval. Ik was erg teneergedrukt.’

(SNOECK, Raoul (1998) In de modderbrij van de IJzervallei. Oorlogsdagboek 14-18 van onderluitenant Raoul Snoeck. Snoeck-Ducaju en zoon, Gent. P.87-93.)

26 augustus 1916: overgebracht naar het hospitaal wegens ziekte. Mogelijk heeft het slechte weer van de voorbije maand zijn gezondheid aangetast.

29 augustus 1916: overlijdt om 20:30 ten gevolge van een etterende buikvliesontsteking, veroorzaakt door doorboorde ingewanden met tyfuskoorts. Gezien de symptomen spreken we hier vermoedelijk over buiktyfus.

Pas op 12 september wordt hij begraven in Calais

 

Onderscheidingen

Ontvangt op 1 januari 1921 postuum de overwinningsmedaille en de herinneringsmedaille.

 

Gevechten waaraan deelgenomen

Geen informatie

 

Andere gegevens

 

Geen frontstrepen

Op 2 december1920   vraagt zijn vader de vergoeding van het strijdersfonds aan

 Op 6 april 1921 berekent het ministerie van defensie het bedrag voor het strijdersfonds. Voor de 6 maanden aan het front en 11 maanden in opleiding heeft hij recht op 1.000 frank strijdersbegiftiging. Omdat hiervan 300 frank familiebegiftiging wordt afgetrokken, hebben de nabestaanden nog recht op 700 frank.

De lijst van militairen met verlof in de gemeente Geel toont dat zijn broer Charles Felix René  Lahongh (drukker van beroep) in 1913 in dienst ging als beroepsvrijwilliger met de rang van sergeant. Hij overleefde de oorlog en zwaaide af 30 september 1919.

 

DGHR-Notariaat Evere, Militair personeelsdossier

Stadsarchief Geel, gegevens burgerlijke stand 1910.

Stadsarchief Geel, collectie bidprentjes Geels Geschiedkundig Genootschap. 

Stadsarchief Geel, Het Nieuwsblad van Geel, 1914 – 1918

Archief Gasthuismuseum Geel, frontblaadje Stem uit Gheel

RA Beveren. Nationale militie. 18de militiekanton. Lichting van 1914.Provincie Antwerpen.

SWOLFS, 1995

SNOECK, Raoul (1998) In de modderbrij van de IJzervallei. Oorlogsdagboek 14-18 van onderluitenant Raoul Snoeck. Snoeck-Ducaju en zoon, Gent. P.87-93.