Mercie Karel Louis

Mercie Karel Louis

Naam: Mercie Karel Louis

Geboren te: Arendonk

Geboren op: 1893-02-20

Overleden te: Hakenmoor (Duitsland)

Overleden op: 1918-10-27

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Arendonk, Schotelvense Bergen

Beroep: ?

Karel Louis MERCIE was de oudste zoon van fabriekswerker Petrus Augustinus MERCIE (°Arendonk 01-08-1867) en Theresia PAESHUYS (°Arendonk 01-07-1869). De ouders waren in Arendonk gehuwd op 30-04-1892. Voor haar huwelijk was Theresia PAESHUYS dagloonster. Ze was een zus van Norbertus PAESHUYS, de vader van Augustinus PAESHUYS die in Werchter sneuvelde op 12 september 1914. Tussen de bijlagen bij dit huwelijk zit een behoeftigheidsbewijs op naam van beide echtelieden, d.w.z. dat ze behoeftig zijn en geen rechtstreekse belastingen betalen. Ze wonen ten gehuchte ‘Schotelvensche Bergen’ in Arendonk en krijgen minstens elf kinderen: Carolus Ludovicus/Karel Louis (°20-02-1893), Maria Joanna (°03-05-1894), Anna Maria Elisabeth (°18-10-1895), Maria Francisca Alberta (°01-12-1896), Carolus Augustinus (°‘Wippelberg’ 22-09-1898), Joannes Franciscus (°13-12-1900), Julianus (°24-06-1902), Jacobus (°22-08-1903), Maria Ludovica Julia (°21-09-1904), Joannes Baptista Leopoldus  (°14-08-1907) en Jan Karel (°18-09-1909). Karel Louis was ongehuwd, het was niet te achterhalen welk beroep hij voor de oorlog uitoefende. 

In 1920 woont August MERCIE nog in Arendonk, maar op 12-12-1924 is hij verhuisd naar Moeskroen, Labyrinthestraat nr. 50. Over de moeder wordt in de documenten niets meer gezegd, misschien is ze in de tussentijd overleden?

 

Karel Louis MERCIE was van de lichting 1913 en trad als milicien in dienst van het Belgische Leger op 1 januari 1913.

Op 1 augustus 1914 is hij present op het depot van de 6de Legerdivisie. Als soldaat 2de klas bij het 1ste regiment Karabiniers 1ste compagnie/IIIde bataljon kreeg hij het stamnummer 131/58699.

Vanaf 8 september 1914 wordt Louis MERCIE ingezet bij de vestingartillerie op het Fort van Liezele (met het stamnummer 8644). In 1906 was beslist een grote buitenste fortengordel rond Antwerpen te bouwen, o.a. te Liezele. Op die manier zou de stad één van de grootste vestingen van Europa worden. Als op 4 augustus 1914 de Duitsers België binnenvallen, worden in allerijl rond het fort extra verdedigingswerken uitgevoerd. Om vrij zicht te krijgen vanuit het fort, wordt het dorp Liezele volledig platgebrand en de bomen en huizen in de omgeving van het fort worden verwijderd. Begin september, na de verovering van de forten van Luik, vallen de Duitsers de fortengordel rond Antwerpen aan. Liezele ligt buiten de eigenlijke vuurlinie, maar wordt wel een aantal keren beschoten met veldartillerie en moet noodgedwongen capituleren op 10 oktober 1914. Louis wordt krijgsgevangen genomen op 28 september 1914 en afgevoerd naar Duitsland. Daar verblijft hij tot 27 oktober 1918 in het kamp van Gross Köhren, Kreis Syke in Neder-Saksen. Het leven in de krijgsgevangenkampen was ellendig. Er moest hard gewerkt worden, er was weinig te eten en de barakken waren mensonwaardig. Karel Louis MERCIE kreeg de Spaanse griep en overleed eraan op 27 oktober 1918. Op zijn bidprentje staat dat hij stierf in Holzhausen. In zijn militair dossier wordt als sterfplaats ‘Hakenmoor’ vermeld, ook in Neder-Saksen gelegen. ‘Soltau’ wordt ook vermeld. Hij werd maar 25 jaar oud.

Hij werd eerst begraven in Harpstedt, Kreis Syke in Neder-Saksen (Duitsland) op de begraafplaats ‘Friedhof Harpstedt’ in graf nr. 222. Na de oorlog, op 25 september 1926, kreeg hij een definitieve rustplaats op de militaire begraafplaats van Leopoldsburg (Leopold II laan) in graf E-225 of graf C-9. 

Op 12 december 1920 vraagt zijn vader in Arendonk de strijdersbegiftiging aan voor zijn gesneuvelde zoon via het Strijdersfonds. Volgens het formulier dat hij daartoe indient is hij de enige erfgenaam van Karel Louis MERCIE. Misschien is de moeder overleden? Misschien werd het formulier niet foutloos ingevuld? De gegevens die het ministerie van landsverdediging verzamelt om te berekenen hoeveel de strijdersbegiftiging zal bedragen vermeldt frontdienst van 1 augustus 1914 tot 15 oktober 1914 (2 maand 15 dagen/afgerond 3 maand aan 75 frank) en dienst achter het front (in dit geval krijgsgevangenschap) van 16 oktober 1914 tot 27 oktober 1918 (48 maand 13 dagen/afgerond 48 maand aan 50 frank).

Met slechts 3 maanden frontdienst heeft Karel Louis MERCIE geen recht op frontstrepen. Op 3 februari 1920 wordt hem verkeerdelijk de onderscheiding van het IJzerkruis toegekend. Dit wordt teruggetrokken op 21 juli 1927 omdat hij reeds op 28-09-1914 krijgsgevangen genomen werd en dus niet deelnam aan de IJzerslag. Hij komt niet in aanmerking voor de onderscheiding van Ridder in de Orde van Leopold II of het Oorlogskruis omdat hij overleden is aan een ziekte die hij niet aan het front heeft opgelopen.

Hij krijgt wel op 28 december 1922  de ‘Herinneringsmedaille’ en de ‘Overwinningsmedaille’.