Moonen Cornelis Lodewijk

Moonen Cornelis Lodewijk

Naam: Moonen Cornelis Lodewijk

Geboren te: Rijkevorsel

Geboren op: 1894-04-17

Overleden te: Nieuwpoort

Overleden op: 1918-03-10

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Rijkevorsel, Rijkevorsel

Beroep: brikkenbakker (= steenbakker)

Cornelis Lodewijk (Louis) MOONEN was een zoon van Carolus MOONEN (°Rijkevorsel 30-10-1847) en Dymphna Adrada GOOSSENS (°Hoogstraten 04-11-1853). De ouders waren op 10 februari 1881 gehuwd in Rijkevorsel en waren ten tijde van hun huwelijk dienstknecht en dienstmeid; na zijn huwelijk was vader Moonen werkman of dagloner en oefende moeder Moonen geen beroep meer uit. Hun eerste kind Jacobus Julianus werd in Borgerhout op de Veldstraat nr. 111 geboren waar ze eerst woonden. Op 11 juli 1885 werd Maria Cornelia geboren in Merksem op de Fabriekstraat nr. 5. De volgende kinderen werden in Rijkevorsel geboren: Pieter Jan op 22 januari 1889 op de Borgerhoutstraat nr. 73; Cornelis Lodewijk (Louis) op 17 april 1894 en Jozef Jules op 19 januari 1897, allebei in het Dorp. Jozef Jules overleed daar ook op 9 maart 1897, geen 2 maanden oud. Na de oorlog wonen de ouders op de Molenstraat nr. 150 in Rijkevorsel. Het is niet duidelijk of ze er voor de oorlog ook al woonden en of Louis daar ook woonde, het is wel zeker dat hij in Rijkevorsel woonde. Carolus MOONEN overleed in Rijkevorsel op 16 oktober 1926.

Louis MOONEN was ongehuwd en ‘brikkenbakker’ (steenbakker) van beroep. Hij was 1 m 770 groot en had donker kastanjebruin haar. 

In het begin van 1915 trekt Louis de Belgisch-Nederlandse grens over samen met zijn oudste broer Jules. Ze willen zo het front bereiken om zich bij het Belgische leger te voegen in de Westhoek. Hun broer Jan is al bij het leger. Jules wordt gevat en geïnterneerd in Nederland. Op 5 januari 1915 wordt hij geregistreerd in het kamp van Harderwijk als canonnier bij de Vestingsartillerie, 3de batterij met stamnummer 20469. Louis MOONEN weet Frankrijk te bereiken en engageert zich op 5 april 1915 bij het Belgische Leger als oorlogsvrijwilliger voor de duur van de oorlog. Hij wordt meteen naar het Centre d’Instruction in Frankrijk gestuurd om er zijn basisopleiding tot infanterist te krijgen. Op 18 mei 1915 wordt hij toegevoegd aan het 1ste regiment Grenadiers. Hij behoort als soldaat 2de klas met stamnummer 135/54115 eerst een periode tot het 1ste bataljon, 2de compagnie (tot 24-12-1916), daarna maakt hij deel uit van het 1ste bataljon, 3de compagnie. De 1ste Grenadiers behoren tot de 6de legerdivisie en vormen samen met de 2de Grenadiers en twee batterijen te paard de 18de gemengde brigade. Louis MOONEN neemt dus deel aan de talrijke gevechten in de Westhoek o.a. in de sectoren Steenstrate, Diksmuide, Nieuwekapelle-Sint-Jacobskapelle,  Steenstrate-Boezinge (Sas) en Nieuwpoort. Op 10 maart 1918 wordt hij in de borst getroffen door obusscherven, de locatie waar dit gebeurt wordt aangeduid als ‘carrefour des marmitirs’ (?), op zijn bidprentje staat dat hij in Oostduinkerke gesneuveld is. De borstwonde en een rechter sleutelbeenbreuk worden hem fataal. Hij overlijdt diezelfde dag te Nieuwpoort, waarschijnlijk in een hospitaal, om 16 u.

Louis MOONEN wordt op 12 maart 1918 begraven op het militair kerkhof ‘Duinhoek’ in De Panne in graf nr. 3/43.

Bij Koninklijk Besluit van 03-04-1919 worden hem de onderscheidingen van ‘Ridder in de Orde van Leopold II’ en het ‘Oorlogskruis met palm’ toegekend  en op 15 augustus 1920 worden ze door zijn vader, Karel Moonen in ontvangst genomen in Rijkevorsel.

In zijn militair dossier zit een nota dd. 18-03-1920: ‘Karel Moonen-Goossens heeft de uitbetaling van het spaarboekje (pécule) van zijnen gesneuvelden zoon Louis Moonen nog niet ontvangen.’

Op 15-03-1921 worden aan Louis Moonen 4 frontstrepen toegekend.

Zijn ouders vragen de strijdersbegiftiging aan bij het Strijdersfonds. De aanvraag is niet gedateerd, maar op 19 april 1921 heeft het ministerie van Landsverdediging de berekening klaar. Voor 1 maand achter het front (50 frank) en 35 maanden aan het front (2625 frank) verminderd met de familiebegiftiging van 300 frank, hebben de nabestaanden nog recht op 2375 frank.

Op 13-09-1923 worden op vraag van de familie zijn stoffelijke resten ontgraven en opnieuw begraven op het ereperk bij het oorlogsmonument aan de Sint-Willibrorduskerk te Rijkevorsel.

De rechtbank doet uitspraak over zijn overlijden op 21-02-1924 en zo kan zijn overlijdensakte overgeschreven worden in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Rijkevorsel.