Peeters Eduard Karel Antoon

Peeters Eduard Karel Antoon

Naam: Peeters Eduard Karel Antoon

Geboren te: Arendonk

Geboren op: 1893-06-12

Overleden te: Antwerpen

Overleden op: 1920-11-28

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Arendonk, Arendonk

Beroep: ?

Eduard Karel Antoon PEETERS was het negende kind van Joannes Baptist PEETERS (°Arendonk 19-03-1853) en Maria Coleta CLAES (°Retie 02-02-1854). Zijn vader was bakker ‘in het Dorp’ te Arendonk. In het gezin werden twaalf kinderen geboren:  Maria Elisabeth Amelia (° 07-03-1875), zonder leven (m) PEETERS (°/+ 04-02-1876), Elisabeth Magdalena (°24-05-1879), Martinus Raphael (°in de Koeistraat, 24-10-1881), Maria Joanna Philomena (° in het Dorp, 12-04-1885), Anna Catharina (°in het Dorp, 29-12-1887/+in het Dorp, 31-12-1887), Anna Paulina (°in het Dorp, 17-04-1889), Victor Petrus (° in het Dorp, 29-05-1891), Eduardus Carolus Antonius (°in het Dorp, 12-06-1893), Joannes Augustinus (° in de 1ste sectie ‘Dorp’, 15-07-1895), Anna Josepha Elisabeth (°in de 1ste sectie ‘Dorp’, 19-03-1897/+in de 1ste stectie ‘Dorp’, 30-05-1897) en Alphonsus Maria (°in de 1ste sectie ‘Dorp’, 06-02-1900).

Voor de oorlog was Eduard PEETERS ongehuwd en woonde in de Rue de l’Hôpital nr. 72 te Arendonk, nl. in de Gasthuisstraat, de hoofdstraat van het dorp, die destijds zo genoemd werd omdat ze van de kerk recht naar het gasthuis leidde, of het rustoord. Er liep ook een tramlijn over deze straat, van Turnhout via Oud-Turnhout naar de Voorheide in Arendonk. 

Eduard Karel Antoon PEETERS was van de lichting 1913. Hij was soldaat met stamnummer 1309. Op 1 augustus 1914 is hij present in het 5de regiment Lanciers, een cavalerie-eenheid. Daarna wordt hij in verschillende depots (1ste, 2de D.C. (division cavalerie) gesignaleerd ‘en subsistance’,d.w.z. dat er daar voor hem gezorgd wordt voor zijn voeding, kleding, onderkomen, munitie, transport,… Iedere soldaat in dienst van het Belgische Leger moet ‘ergens’ onderhouden worden, gewoonlijk is dit in zijn regiment, maar als hij om een of andere reden niet in zijn eenheid verblijft, wordt hij elders ‘en subsistance’ onderhouden. Vanaf 30 januari 1917 behoort hij tot het 4de regiment Jagers te paard en blijft ‘en subsistance’ van 2de D.C. en C.I.A. (centre d’instruction artillerie). Vanaf 21 februari 1918 behoort hij tot het 15de Regiment Artillerie (15 A 3/II). Daarna wordt hij waarschijnlijk gewond of ziek, want op 15 oktober 1918 bevindt hij zich in het I.M.D. (Institut Marie Depage) , een onderdeel van het hospitaal l’Océan in De Panne opgericht door Marie Pauline Picard en haar man Antoine Depage. Op 29 november hervat hij zijn taak in het C.I.A. Op 30 september 1919 wordt hij gedemobiliseerd en op 15 oktober 1919 wordt hij in onbeperkt verlof gestuurd.

Het was niet uit te maken aan welke gevechten Eduard precies deelnam, wel dat hij gedurende 3 jaar, 2 maand en 17 dagen actief was op posten die geïnterpreteerd worden als frontdienst.

Eduard Karel Antoon PEETERS overleeft de eerste wereldoorlog dus en huwt op 8 mei 1920 te Angleur met Louise DEMEURE. Angleur ligt ten zuidwesten van de stad Luik, tussen de Ourthe en de Maas.

Op 28 november 1920 overlijdt Eduard te Antwerpen, hij is dan 27 jaar, de weduwe is slechts 20 jaar oud.

Louise DEMEURE woont Rue Branche Planckard nr 196 in Ans, in de buurt van Luik, als ze de strijdersbegiftiging van haar overleden man aanvraagt op 5 juli 1921. Ze doet dat in het Frans.
De berekeningen van het Ministerie van Landsverdediging leveren de volgende schatting op:
Eduard Karel Antoon PEETERS was gedurende 3 jaar, 2 maanden en 17 dagen in frontdienst. Dit levert 5 frontstrepen op. De strijdersbegiftiging bedraagt voor 38 maanden frontdienst 2850 frank, voor 14 maanden achter het front 700 frank, samen 3550 frank. Na aftrek van de familiebegiftiging van 300 frank, heeft weduwe PEETERS recht op 3250 frank.

Postuum wordt Eduard Karel Antoon PEETERS nog onderscheiden met het Oorlogskruis met palm (KB 23-10-1922) dat de weduwe toegestuurd wordt op 20 juni 1925. Het militair dossier bevat een briefomslag met doorhaling van het adres van Louise DEMEURE in Ans en een slecht ontcijferbaar adres in Montegnée (een plaats in de buurt). Ook dit adres blijkt niet te kloppen en de brief wordt teruggestuurd naar Brussel. Op 07-07-1925 is de onderscheiding terug in Brussel, of ze ooit bij de weduwe terechtkwam, is niet geweten.

In 1945 onderzoekt het Ministerie van Defensie, dienst militaire pensioenen, het recht van Eduard PEETERS op een frontstrepenrente  en vraagt zijn dienststaat wat de frontstrepen betreft, op.

Als frontstrepenrente kreeg een oud-strijder een jaarlijks bedrag van 100 frank voor de eerste frontstreep en 50 frank voor elke bijkomende frontstreep. Militairen met meer dan vier strepen ontvingen dit bedrag jaarlijks op hun vijftigste; anderen pas vanaf hun 55 jaar. Weduwen ontvingen de vergoeding  onmiddellijk jaarlijks, naargelang het aantal frontstrepen van hun echtgenoot.

Het is niet te achterhalen waarom dit onderzoek gebeurt. Heeft Louise Demeure als weduwe van een oud-strijder recht op deze rente vanaf het ogenblik dat haar man 50 zou zijn geworden? Het adres dat ze op dat ogenblik hebben van Louise DEMEURE is: Rue de Hermée, Oupeye (ook in de buurt van Luik).