Peeters Martinus Maria

Peeters Martinus Maria

Naam: Peeters Martinus Maria

Geboren te: Retie

Geboren op: 1889-09-23

Overleden te: De Panne

Overleden op: 1916-02-12

Burgerlijke stand: gehuwd met Maria Joanna Florentina Seuntjens

Laatst gekend adres: Arendonk (Schoonbroek), 't Hoekske nr. 19

Beroep: kleermaker

Martinus Maria PEETERS was een zoon van kleermaker Pieter Jozef PEETERS (°Retie 24-12-1860/+Retie 31-01-1947) en Maria Catharina GIJS (°Retie 14-06-1860/+Retie 23-12-1919). De ouders waren in Retie gehuwd in april 1884 (akte 55). In de huwelijksbijlagen vinden we een behoeftigheidsbewijs van Pieter Jozef PEETERS d.d. 01-04-1884, d.w.z. dat hij ‘wezenlijk behoeftig’ is en dus geen directe belastingen moet betalen. Er zit ook eenzelfde behoeftigheidsbewijs op naam van Maria Catharina GIJS bij. Maria Catharina GIJS is analfabeet. Het gezin woonde in Retie op de Kapelstraat/Rue de la Chapelle nr. 69. In het gezin werden acht kinderen geboren: Ludovicus (°Retie 05-10-1884/+Retie 27-10-1961; kleermaker), Johannes (°Retie 29-08-1887/+Retie 14-09-1910; kleermaker), Martinus Maria/Martin Marie (°Retie 23-09-1889), Maria (°Retie 15-10-1893/+Retie 10-02-1971), Joanna (°Retie 12-06-1897/+Retie 23-12-1901, 4 j. oud), Avidia (°Retie 21-04-1899/+Retie 01-01-1902, 2 j. oud), Anna (°Retie 14-10-1900/+Mol 16-03-1943) en Eduardus PEETERS (°Retie 30-04-1903/+Retie 26-07-1971; kleermaker). Zijn jongste broer Eduard werd in 1966 ‘keizer der Sint-Antoniusgilde’ te Retie.

Martinus PEETERS verandert van domicilie op 6 november 1911 en gaat in Arendonk wonen, nl. op Housken nr. 19 in Schoenbrouck (‘Housken’ is een foute schrijfwijze van ’t Hoekske). Schoonbroek was een kerkdorpje (een parochie rond de Sint-Jobkerk), en behoorde in zijn geschiedenis tot de gemeenten Turnhout (sinds 1809) en Oud-Turnhout (sinds 1858), sinds 1977 is het een gehucht van Retie ten zuiden van Arendonk. Schoonbroek zou ooit door Arendonkenaars gesticht zijn. In het militaire dossier van Maarten Peeters, wordt voor zijn adres zowel Schoonbroek als Arendonk vermeld. Maarten was kleermaker van beroep, volgens sommige bronnen ook landbouwer. In de volksmond werd hij ‘Tinus van de Knipper’ genoemd, ‘Knipper’ verwijst naar het beroep van zijn vader die kleermaker was.

Martinus Maria huwde op 18 april 1912 te Arendonk met de veel oudere Maria Joanna Florentina SEUNTJENS (°Retie 29-10-1868). Maria Seuntjens was eerder gehuwd geweest met schaapherder Petrus CLAESSEN (°Arendonk 16-11-1859), die op 20 juli 1909 in Arendonk overleed op 49-jarige leeftijd. Zij werd 98 jaar oud en overleed in Herselt op 16 december 1966.

Martinus Maria PEETERS was van de lichting 1909 en dus nog een loteling. Tot 1909 werd jaarlijks een beperkt aantal jongeren opgeroepen voor de militaire dienst van meerdere jaren. Dit gebeurde  in het gemeentehuis door loting: wie een laag lot trok moest in dienst tot het contingent van de gemeente vol was. Maarten loot zich er op 1 juni 1909 in met het nummer 75 en moet dus in militaire dienst voor meerdere jaren. Hij meet 1 m 59, weegt 61 kg, heeft een borstomtrek van 92 cm, een ovaal gezicht, een hoog voorhoofd, grijze ogen en blonde haren en wenkbrauwen.

Zijn actieve legerdienst begint op 16 november 1909. Hij krijgt het stamnummer 111/57189 en behoort als soldaat 2de klas tot het 11de Linieregiment. Helemaal vlekkeloos verloopt deze dienst niet. Op zijn ‘strafblad’ staat op 23 juni 1910 een kwartierarrest van 8 dagen. Wat was er gebeurd?  Etant resté au lit après le réveil et ayant reçu l’ordre de se lever du caporal chef de chambre, avoir dit: “Gij moet met den eenen hetzelfde doen als met den anderen en de walen niet in hun bed laten liggen.” Hij was dus in bed blijven liggen en had een ‘frank’ antwoord gegeven aan zijn meerdere. Dit zegt zowel iets over zijn karakter (rechttoe-rechtaan) als iets over de tijdsgeest: Vlamingen waren in het leger (en daarbuiten) ‘minder’, Walen (of Franstaligen) mochten meer en dat zinde de Vlaming Maarten Peeters niet.

Op 5 september 1913 zwaait hij af. Die dag kan hij zijn legerkleren en wapens inleveren en huiswaarts keren ‘in onbeperkt verlof’, maar hij kan altijd nog teruggeroepen worden in geval van oorlog.

Wat ook gebeurt in augustus 1914. Hij wordt opnieuw gemobiliseerd en neemt deel aan de oorlog als soldaat 2de klas van het 11de Linieregiment 1ste bataljon 1ste Compagnie.

Het 11de Linie met hoofdkwartier in Hasselt maakt deel uit van de 11de gemengde brigade die strijdt in de 3de Legerdivisie en moet bij het uitbreken van de oorlog post vatten in de vesting Luik. Tijdens hevige gevechten ter verdediging van de forten van Luik vallen meerdere slachtoffers, o.a. de bevelhebber van het regiment, Kolonel Dusart. Het 11de Linie moet zich zoals de andere Belgische troepen terugtrekken, eerst naar Antwerpen, dan naar de IJzer in de loopgraven. Van het 11de Linieregiment vallen in de oorlog 526 gesneuvelden en honderden gewonden waarvan velen voor het leven verminkt.

Om een idee te hebben van het soldatenleven aan/achter het front, een paar strafbare feiten vermeld op het ‘strafblad’ van Maarten PEETERS: Op 25 januari 1915 krijgt Maarten PEETERS 8 dagen cachot omdat hij 2 dagen niet is opgedaagd voor zijn bewakingsdienst in de loopgrachten; op 5 september 1915 weer 8 dagen cachot omdat hij aardappelen gestolen heeft op het veld naast het troepenkwartier; op 19 oktober 1915 nog eens 8 dagen cachot omdat hij met zijn wapen gejaagd heeft, hoewel hem dat bij herhaling verboden is, en hij er pas mee is gestopt na de 4de verwittiging door een officier.    

Begin februari 1916 bestoken vijandelijke vliegtuigen het IJzerfront. In Cappelle-aan-de-IJzer wordt Martinus Maria PEETERS op 12 februari 1916 zwaar gewond: Tijdens een vliegtuigbombardement wordt hij geraakt door bomscherven . Hij heeft een wonde in de linkerhypogastrische zone, d.i. ter hoogte van de overgang tussen ruggenwervels en bekken, en over een derde van zijn rechterdijbeen en een linkerbeenbreuk op 1/3 van de bovenkant. Hij wordt nog geëvacueerd naar het Belgisch militair veldhospitaal in De Panne, l’Ambulance Océan, het ziekenhuis van dokter Depage. Antoine Depage was een van de meest vooraanstaande chirurgen in België die samen met zijn vrouw, Marie Picard, in december 1914 het Hotel l’Océan had omgevormd tot een militair hospitaal. Maar voor Maarten PEETERS kan geen hulp meer baten, hij overlijdt er dezelfde dag om 19 u.. Hij is dan 26 jaar oud.

Op 13 februari 1916 wordt hij begraven op de begraafplaats van Adinkerke op de Heldenweg. De soldaten die daar begraven werden, waren allemaal overleden in het militair hospitaal l’Océan. Hij kreeg graf nr. 932 (FR 3524).

Halverwege de jaren ’20 werden op dat kerkhof de uniforme Belgische grafstenen ingevoerd. Zijn graf heeft nu het nummer 306.

Op (het afschrift van) zijn overlijdensakte opgesteld in de gemeente De Panne op 13 februari 1916, staat verkeerdelijk dat Martinus PEETERS geboren werd op 25 juli 1889. Dit document werd opgemaakt op basis van het ‘Certificat de décès Ambulance Océan La Panne’ op 12 februari 1916 opgesteld door de administratieve dienst (René Hannoset) van het ziekenhuis waarin deze fout reeds voorkomt.

De tekst op zijn bidprentje:  Soldaat bij het 2de Linieregiment Lid van den Bond van het H.Hart en van het Genootschop van het H.Sacrament, geboren te Rethy den 29 September 1889, en op het veld van eer  gevallen te Cappelle den 12 Februari 1916, gestorven te La Panne en begraven te Adinkerke.

De naam van Martinus Maria PEETERS staat op de koperen gedenkplaat in de Sint-Jobskerk van Schoonbroek. De tekst: 1914-1918. Ter zaliger nagedachtenis van M.Peeters, L. Dockx, J. Wens.

Op de gemeentelijke begraafplaats in Retie staat zijn naam vermeld bij de gesneuvelden 1914-1918 op het oorlogsmonument ‘Hulde en Dank aan de Retiese Oudstrijders en Oorlogsslachtoffers’.