Pirron Rijkaard

Pirron Rijkaard

Naam: Pirron Rijkaard

Geboren te: Erwetegem

Geboren op: 1873-01-03

Overleden te: Boezinge/Ieper

Overleden op: 1915-04-22

Burgerlijke stand: gehuwd met Prudentia DE VLEESSCHAUWER

Laatst gekend adres: Rijkevorsel, Rijkswachtkazene, Hoogstraatsesteenweg

Beroep: Rijkswachter

Richard (Rijkaard) PIRRON was een zoon van dagloner/landbouwer/werkman Pieter Josephus PIRRON (°Erwetegem, nu een deelgemeente van Zottegem, Oost-Vlaanderen 17-07-1830) en spoelenwerkster, werkvrouw, handschoenmaakster, dagloonster, kantwerkster  Sophie VAN NIEUWENHOVE (°Parike, nu een deelgemeente van Brakel, Oost-Vlaanderen 06-03-1835). De ouders waren in Parike gehuwd op 6 juli 1859. Na hun huwelijk gingen ze in Erwetegem wonen in de wijk Eekhout, een tijdje ook in de wijk Croonegem.  Voor Richard waren er al zes kinderen geboren in het gezin: Mathilde (°10-02-1861), Polydorus (°12-11-1862), Ivo (°20-12- 1864), Maria (°30-03-1867), Joannes Baptiste (°20-04-1869)en Petrus (°27-06- 1871). Richard werd ook in Erwetegem geboren op 3 januari 1873. Na hem kwamen er nog twee kinderen: Theophiel (°13-01-1875) en Clementina (°18-01-1877).

Op 7 mei 1907 huwde hij in Bassevelde, een deelgemeente van Assenede, Oost-Vlaanderen, met Prudentia DE VLEESSCHAUWER (°Bassevelde 29-07-1879). Voor het huwelijk was Germaine Maria reeds geboren op 8 juli 1904 in Schaarbeek waar Prudentia een tijd woonde en werkte. Zij werd bij dit huwelijk erkend en gewettigd. Op 2 december 1908 werd Urbanus Pieter geboren in Tervuren, Helena Clementina werd in Hoogstraten geboren op 21 juni 1911, Albert Arthur werd in Bradfield, Groot-Brittannië geboren op 4 april 1915. Dit doet sterk vermoeden dat het gezin na het vertrek van vader PIRRON naar Engeland was gevlucht. Bradfield ligt in het bestuurlijke gebied Sheffield, in het Engelse graafschap South Yorkshire.

Richard PIRRON was eerder landbouwer van beroep, maar trad in 1901 in dienst bij de Rijkswacht en was wachtmeester in de Rijkswachtbrigade van Rijkevorsel. Vanaf 1911 woonde hij met zijn gezin als eerste in de Rijkswachtkazerne op de Hoogstraatsesteenweg te Rijkevorsel  die dat jaar afgewerkt was, maar nu niet meer bestaat.

Zijn weduwe verhuisde met haar kinderen op 10 november 1919 naar haar geboortedorp Bassevelde en woonde er op het adres: Dorp nr. 14.

Rijkaard PIRRON trad bij de Rijkswacht in dienst als premievrijwilliger 1901 en was voor de oorlog wachtmeester in de Rijkswachtbrigade van Rijkevorsel.  Als openbaar machtsapparaat was het voor de oorlog de opdracht van de Rijkswacht (de Gendarmerie) binnen de grenzen van het koninkrijk de orde te handhaven en de wetten te doen naleven. 

Bij de algemene mobilisatie op 1 augustus 1914 komen er nog heel wat taken bij voor de Rijkswacht, zoals vorderingen, bewaking, inwinnen van inlichtingen aan de grens. De Rijkswacht moet tevens eenheden oprichten die ter beschikking staan van het leger. Zo behoort Richard PIRRON tot de eenheid ‘Rijkswacht te voet’. Hij draagt de stamnummers 11085/30367. Het is niet te achterhalen wanneer hij precies ter beschikking van het leger komt . Op 18 augustus worden alle Rijkswachters met uitzondering van de eenheden in Limburg en Brugge, naar Antwerpen teruggetrokken. Na de val van Antwerpen beslist Koning Albert I op 9 oktober om de troepen richting Westhoek te laten terugtrekken. Op 13 en 14 oktober vertrekken de rijkswachters richting Duinkerke, Calais en Le Havre. Vanaf 24 oktober 1914 voert de Rijkswacht politieacties uit achter het front. Verdwaalde soldaten worden opgepakt en weer naar hun eenheden gebracht. ‘Piottenpakkers’ noemen de soldaten de gendarmen spottend. Een van hun taken is immers om in de rust- en uitgangskwartieren de orde en de discipline te controleren. Dronkenschap of vechtpartijen worden aan de commandant gerapporteerd en dan volgt voor de ‘piot’ een straf. De Rijkswacht voert ook controles uit op militairen die zonder vergunning het hun toegewezen gebied willen verlaten en (mogelijke) deserteurs worden zonder genade opgepakt en uitgeleverd.

Op 22 april 1915 is Richard PIRRON van dienst bij de brug van Boezinge. Als het centrum van Boezinge  met obussen gebombardeerd wordt, wordt hij stervend van onder het puin van een ingestort huis gehaald. Hij bezwijkt een paar minuten later in een Franse medische hulppost in Boezinge.   Volgens andere bronnen is hij overleden in Ieper. Boezinge en Ieper liggen wel dicht bij elkaar.

Het blijft lange tijd onduidelijk waar Richard PIRRON begraven is. In de registers van de burgerlijke stand van Poperinge bestaat geen overlijdensakte op zijn naam. Bij de Rijkswacht weten ze alleen dat adjudant Delattre op 27-06-1915 in Ieper de inventaris heeft opgemaakt. Er wordt geïnformeerd bij de luitenant Kolonel van het British Army of hij weet dat Richard PIRRON in Poperinge begraven werd. De burgemeester van Erwetegem wordt aangeschreven. Het dorp weet van het overlijden, maar de moeder van Richard zou nu in Wachtebeke wonen. In Wachtebeke kennen ze de soldaat noch zijn familie. Er wordt in Erwetegem geïnformeerd naar het adres van de vrouw van Richard. Haar naam wordt doorgegeven en de mededeling dat een broer en twee zussen van Richard in Erwetegem op de Eekhoutstraat wonen. Uiteindelijk is het dossier toch volledig. Volgens F.R. 6299 (frontregister) werd hij eerst begraven op de stedelijke begraafplaats te Poperinge.

Op 20 maart 1923 wordt hij daar ontgraven en worden zijn stoffelijke resten opnieuw begraven op de Belgische Militaire begraafplaats te Westvleteren Sint-Maartensstraat nr. 8, graf nr. 550 (nr. 904, 836). Op het oorlogsmonument in Rijkevorsel staat zijn naam bij de vermisten vermeld.

Op het graf van Rijkaard PIRRON kunnen we duidelijk de symbolen zien die bevestigen dat hij de onderscheidingen van Ridder in de Orde van Leopold II, het Oorlogskruis, de IJzermedaille en de Herinneringsmedaille heeft gekregen.