Van der Veken Eduardus Franciscus

Van der Veken Eduardus Franciscus

Naam: Van der Veken Eduardus Franciscus

Geboren te: Kasterlee

Geboren op: 1888-10-27

Overleden te: Ramskapelle

Overleden op: 1914-10-26

Burgerlijke stand: gehuwd

Laatst gekend adres: Beerse, Rijkevorselseweg

Beroep: landbouwer

Eduardus Franciscus VAN DER VEKEN was een zoon uit het landbouwersgezin van Augustinus VAN DER VEKEN (°Retie-28-04-1848) en Maria Theresia VAN DYCK (°Kasterlee 23-11-1851). De ouders huwden op 4 maart 1874 te Lichtaart. Voor zijn huwelijk was Augustijn dienstknecht, hij was kort voordien in Lichtaart komen wonen; Maria Theresia was landbouwster en woonde in Lichtaart. In het gezin werden elf kinderen geboren. De eerste vier in Lichtaart: Franciscus (°27-03-1874), Maria Elisabeth (°11-11-1875), Ludovicus (°29-12-1876) en Justina (°26-09-1878). In 1878 verhuisden ze naar Kasterlee en woonden daar in het gehucht Terlo, daar werden de volgende zeven kinderen geboren: Adrianus (°19-05-1881), Josephus Victor (°13-02-1883), Maria Catharina (°06-04-1886), Eduardus Franciscus (Edward) (°27-10-1888), Josephina Maria (°27-08-1890), Melania Maria (°21-05-1895) en Maria Ludovica (°04-08-1897).

Edward Frans VAN DER VEKEN huwde op 2 of 3 april 1913 in Lichtaart met Amelia Catharina DIELS (°Gierle 08-09-1887). In zijn gezin werden twee kinderen geboren: Maria Augusta (°ca 1914, in 1922 8 jaar oud) en Jan Frans Albert (°ca 1915, in 1922 7 jaar oud). In april 1914 verhuisde Edward met zijn gezin naar Beerse. Daar woonden ze op de Rijkevorselseweg. Edward was landbouwer van beroep.

Na de oorlog woonde Amelia Catharina DIELS,  de weduwe van Edward, in Lichtaart op de Leistraat, nr. 85. De twee kinderen stonden onder haar voogdij.

Edward Frans VAN DER VEKEN was van de lichting 1908 en had zijn legerdienst vervuld voor hij huwde in 1913. Bij het uitbreken van de oorlog werd hij weder opgeroepen en vervoegde op 1 augustus 1914 zijn regiment, de Grenadiers met hoofdkwartier te Brussel. Op 29 juli 1914 was dit regiment ontdubbeld tot het 1ste en 2de Grenadiers. Edward werd eerst ingedeeld bij het 1ste. Het 1ste (135/) en 2de (136/) regiment Grenadiers strijden in de 6de Legerdivisie als onderdeel van de 18de Gemengde brigade. Edward is soldaat 2de klas met stamnummer 135/46657 en behoort eerst tot het 1ste Grenadiers 2de bataljon, 1ste compagnie. Volgens de gegevens in zijn militair dossier behoort hij ook een tijd bij 5de compagnie van de 1ste Grenadiers, 2de bataljon en als hij vermist wordt, tot het 2de Grenadiers, 2de bataljon, 11de compagnie. Wanneer hij van eenheid verandert, is niet bekend, zelfs in het leger kunnen hierover geen inlichtingen verschaft worden en tijdens de zoektocht naar de omstandigheden van zijn verdwijnen/overlijden en zijn begraafplaats heerst hierover de grootste verwarring en onzekerheid.

De Grenadiers nemen in augustus, september en oktober 1914 deel  aan de verdediging van de vesting Antwerpen tegen het oprukkende Duitse leger en onderscheiden zich tijdens de verschillende uitvallen uit de stad. Daarna leveren ze slag rondom de IJzer nabij Diksmuide. Te Tervaete onderscheiden ze zich door een tegenaanval in te zetten om de Duitsers die over de IJzer waren geraakt terug te drijven. Bij Ramskapelle strijden ze 9 dagen en nachten aan een stuk tegen de oprukkende Duitse troepen. Hoewel ze er niet in slagen de vijand terug over de IJzer te dwingen, wordt een verdere doorbraak hierdoor (voorlopig) voorkomen. Na de oorlog wordt op de IJzerdijk een gedenkteken opgericht voor de gesneuvelden van het 2de bataljon van het 1ste Grenadiers met het opschrift: ‘Aan de gesneuvelden van het 2de bataljon 1ste grenadiers die op 22 oktober 1914 gevallen zijn in de stormloop uitgevoerd onder het bevel van majoor S. A. Graaf Hendrik D'Oultremont’. Van 21 tot 30 oktober vechten de grenadiers, zonder verpozen en in verschrikkelijke omstandigheden te Tervate, te Schoorbakke te Stuivekenskerke aan de Grote Beverdijk en te Pervijze. Aan welke gevechten Edward precies heeft deelgenomen, weten we niet, want tussen 21 en 26 oktober 1914 wordt hij als ‘vermist’ opgegeven. Zijn stoffelijk overschot wordt niet teruggevonden. Na de oorlog begint een zoektocht naar getuigen die iets meer zouden kunnen vertellen over zijn overlijden en begraafplaats, maar zonder resultaat. De rechtbank van 1ste aanleg te Turnhout spreekt uiteindelijk een vonnis uit waardoor officieel aangenomen wordt dat hij op 26 oktober 1914 in Ramskapelle is gesneuveld.

De weduwe van Edward Van der Veken vraagt op 16 mei 1922 de strijdersbegiftiging aan in Lichtaart.

Een Akte van Notoriëteit (= bekendheid), verleden op het Vredegerecht te Herentals op 19-05-1922 bevestigt dat de weduwe en de twee kinderen alleen recht hebben op de ganse nalatenschap van E.F. Van der Veken, inzonderheid op zijn rechten in ’t Strijdersfonds. De voorgestelde som = 1600 frank, de toegekende som = 870 frank. De weduwe geniet 450 frank frontrente.

De laatste rustplaats van Edward Van der Veken is nooit gevonden, maar op het ereperk van de oud-strijders te Lichtaart staat wel een grafsteen. Hij staat ook vermeld op de herdenkingsmonumenten te Beerse en te Lichtaart.

Zijn weduwe kan ook de hem postuum toegekende onderscheidingen in ontvangst nemen:  

– Ridder in de Leopold II orde met palm (toegekend 01-12-1919)
– Oorlogskruis met palm (KB 18-08-1924) in ontvangst genomen door Amelia Diels te Lichtaart op 31 juli 1925.
– Overwinningsmedaille
– Herinneringsmedaille 1914-1918

http://zoekakten.nl/prov.php?id=AW

geneanet

https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=41653

https://files.warveterans.be/pdf/A59/33103.PDF

https://database.namenlijst.be/publicsearch/#/person/_id=1F2FF827-3244-11D5-AAFC-D17819EE494F

militair dossier

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/78526

Opzoekingswerk van Koen Muësen, Sarah Goossens, Amber Cnaepkens (SVT) en Benthe De Houwer (SVT).

Documentatiecentrum van het Legermuseum en de Krijgsgeschiedenis Brussel, militair personeelsdossier nr 6168493

Etienne, Eugène en De Grox Charles, ‘1914-1918, historique des régiments de Grenadiers’, Bruxelles, 1927

Heemkundige kring De Vlierbes, ‘De Vlierbes jaargang XX 1998’, Geerts Jos, Van Nyen Jan, Snels Emiel en Dignef Leo pag 54

Verbeeck Michel, ‘Lief en leed in de Kempen: burgerlijke stand van Kasterlee 1796-1910, Lichtaart 1798-1910, Tielen 1796-1910’, 2002