Van Luyck August Gustaaf

Van Luyck August Gustaaf

Naam: Van Luyck August Gustaaf

Geboren te: Lier

Geboren op: 1886-12-05

Overleden te: Saint-Méen-le-Grand (FR) Hôpital Complementaire

Overleden op: 1915-08-14

Burgerlijke stand: Gehuwd met Anna Tongerloo

Laatst gekend adres: Lier, Bombaartstraat 130

Beroep: Beroepsmilitair

Naam: Van Luyck August Gustaaf (Augustinus)

Geboren: Lier, 5 december 1886

Vader: Petrus Joannes Georgius

Moeder: Joanna Maria Dyckmans

Adres: Lier, Bombaartstraat 139

Gehuwd met Anna Tongerloo

Kinderen: niet vermeld

Beroep: beroepsmilitair

Lengte: 1m72

Eenheid: 2 Genie Hulptroepen 53Cie

Graad: Soldaat 2 klasse BV

Stamnummer: 3114

Indiensttreding: 1902, beroepsvrijwilliger

Algemeen: zijn dienst zou pas ingaan vanaf één oktober 1904 want dan zou hij 18 jaar en dus ook oud genoeg zijn. Toen uiteindelijk de Eerste Wereldoorlog uitbrak, was Augustin 27 jaar oud.
Voordat Augustin echt in dienst trad, werd hij in april 1902 veroordeeld door de correctionele rechtbank van Mechelen tot geldboete en preventieve opsluiting wegens diefstallen. Eénmaal in het leger werd hij ook op 24 mei 1904 veroordeeld door de krijgsraad omdat hij zijn post had verlaten. In de volgende twee jaren spookte Van Luyck nog meer uit en voor die daden bouwde hij een palmares van verschillende straffen op met in totaal op twee jaar tijd meer dan 90 dagen in het cachot. Onder meer omdat hij geen verklaring gaf voor het verdwijnen van een broek toen hij kamerverantwoordelijke was. Hij was onwettig afwezig of had gelogen tijdens een onderzoek. Hij gedroeg zich niet goed of kwam niet opdagen als het moest. In 1906 verstoorde hij de orde in de kamer en gooide hij de bedden om van slapende collega’s. Hij is ook een keer weggeklommen uit het politiekantoor en had brutaal geantwoord tegen een overste of was hij niet verschenen op het appel. Ook heeft hij eens gedreigd zijn overste in het gezicht te slaan.


In de periode vanaf december 1906 was hij even ziek en van 5 januari tot 9 april 1907 heeft Van Luyck weer in het ziekenhuis doorgebracht. In april werd hij met verlof naar huis gestuurd om te herstellen. Twee maanden later was Augustin terug op zijn post. Niet veel later werd hij nog eens preventief opgesloten. Ook werd hij, op 11 september 1907, veroordeeld door de Oorlogsraad van de provincies Antwerpen en Limburg tot een jaar opsluiting in een verbeteringscompagnie wegens ongehoorzaamheid. Hierna moest hij zich geweldig goed hebben gedragen want 27 januari 1908 kreeg hij opschorting van de rest van zijn straf. Wel werd hij opnieuw opgenomen in het ziekenhuis op 5 juni 1908 en verbleef daar vijf dagen. 30 juni liep hij alweer een veroordeling op. Hij kreeg vier dagen opsluiting in een politiecel wegens het onrechtmatig verlaten van zijn post.
Op 15 april 1911 werd Van Luyck veroordeeld door de correctionele rechtbank van Mechelen tot acht dagen gevangenisstraf wegens vrijwillige slagen en verwondingen met arbeidsongeschiktheid tot gevolg. Ook door de politierechtbank van Lier werd Augustin 31 veroordeeld op 9 januari 1913 tot een geldboete en twee dagen opsluiting wegens slagen. In maart 1913 ging hij over naar het artillerie regiment door een reorganisatie van het leger.
Op 15 mei 1915 werd hij van het front geëvacueerd naar het militair hospitaal van St-Meen ‘wegens ziekte opgelopen aan het front.’ Uiteindelijk drie maanden later, op 14 augustus lezen we dat hij is overleden in het ziekenhuis Rue de Monfort te St-Meen volgens twee getuigenverklaringen achteraf.

Overleden: Saint-Méen-le-Grand (FR) Hôpital Complementaire nr 44, 14 augustus 1915, door ziekte (dubbele pneumonie, beenderontsteking en delirium tremens)

Begraafplaats: Saint-Anne-d’Auray (Morbihan, FR) Belgisch Ereperk, graf nummer B 01 09

Eretekens: niet vermeld