Weckx Louis

Weckx Louis

Naam: Weckx Louis

Geboren te: Zichem

Geboren op: 1885-03-17

Overleden te: Ramskapelle

Overleden op: 1914-10-23

Burgerlijke stand: gehuwd met Maria Cornelia Van der Avort

Laatst gekend adres: Merksplas(Merksplas-Kolonie), Molenzijde

Beroep: opzichter in de Kolonie

Ludovicus Prudens Modest WECKX, kortweg Louis WECKX werd op 17 maart 1885 geboren in Zichem (prov. Brabant, nu Vlaams-Brabant). Hij was de vijfde van de zes zonen van Frans Richard WECKX (°Zichem 13-10-1846) en zijn vrouw Maria Lucia CLINCKX (°Borgerhout 13-0-1842), herbergiers op de Markt in Zichem. Zijn broers waren Leo Achillez Henricus (°22-12-1876), Evaristus Marcellus Josephus (°06-11-1878 ), Carolus Franciscus Emilius (°22-12-1880), Theophilus Franciscus Arthur (°18-10-1882/+Zichem 26-05-1897, 14 j. oud) en Ernestus Stephanus Franciscus (°17-05-1886). De ouders waren in Zichem gehuwd op 10 mei 1876 en al hun kinderen werden ook daar geboren.

Louis engageert zich in 1903 voor vier jaar als beroepsvrijwilliger in het leger en treedt op 1 januari 1903 in dienst.Het is niet duidelijk tot wanneer. Volgens de correspondentie na zijn dood is hij 10 jaar beroepsvrijwilliger. Bij het uitbreken van de oorlog is hij 1ste sergeant in het 5de Linieregiment.

Omstreeks 1910 verhuist hij naar Merksplas-Kolonie en gaat daar aan de slag als opzichter op de boerderij. Net voor de oorlog verblijven er ongeveer 6000 landlopers in Merksplas Kolonie. Deze gedetineerden zijn voor het ‘werken’ ingedeeld in groepen met telkens een opzichter. Naast landbouw wordt ook nijverheid aangetrokken als bezigheidstherapie. In 1910 bvb. zijn er in de gebouwen van de Weldadigheidskolonie zo’n 15 firma’s actief: een schrijnwerkerij, een smidse, een drukkerij, een kleermakerij, een schoenmakerij, ateliers waar klompen, rieten manden of parelmoeren knopen gemaakt worden, enz.

Op 13 mei 1911 trouwt Louis in Merksplas met Maria Cornelia VAN DER AVORT (°Hoogstraten 20-11-1890). Ze is een dochter van Ferdinand VAN DER AVORT (°Merksplas 10-02-1865/+Deurne 03-04-1933; timmerman)  en Theresia CLAESSENS (°Hoogstraten 06-08-1870/+Merksplas 11-09-1919) en voor haar huwelijk naaister van beroep. Schoonvader Ferdinand VAN DER AVORT werkt ook als opzichter in de Weldadigheidskolonie te Merksplas. De opzichters van de kolonie hebben allen een comfortabele woning op Molenzijde, zo ook het pas gehuwde koppel Weckx-Van der Avort. Louis en Maria Cornelia krijgen één dochtertje.

Na de oorlog hertrouwt Maria Cornelia Van der Avort met een zekere MORTIERS of MORTIER en gaat in Turnhout wonen op de Oude Vaartstraat nr. 67.

Louis WECKX engageert zich na zijn dienstplicht nog voor vier jaar als beroepsvrijwilliger in het leger en treedt op 1 januari 1903 in dienst. Hij heeft het stamnummer 51879. Hij wordt sergeant majoor en bij de algemene mobilisatie op 1 augustus 1914 is hij eerste sergeant in de 8ste compagnie van het 5de Linieregiment. Het 5de Linie maakt deel uit van de 2de legerdivisie en wordt in het begin van de oorlog ontdubbeld tot 5de en 25ste Linie, samen de 5de gemengde brigade. Vanaf 8 september 1914 is Louis eerste sergeant bij het 25ste Linie 4/II.

Louis Weckx neemt deel aan de uitvallen uit Antwerpen en komt nadien met de 2de legerdivisie in het heetst van de strijd aan de IJzer terecht. De oostelijke voorposten moeten zich één na één terugtrekken achter de IJzer. Het leger denkt aan een beperkte onderwaterzetting om te vermijden dat de Duitsers doorbreken rond het sluizencomplex in Nieuwpoort. In de avond van 21 oktober is het zover. Een laag water van enkele decimeters bovenop de kleigrond van de Sint-Jorispolder vormt een buffer tussen de Belgische verdediging en de Duitsers en dit over wel 1,5 km front. Toch slaan de Duitsers grote bressen in de IJzerverdediging in Tervate, aan de Uniebrug en in Schoorbakke. Eindelijk komt een Franse divisie de Belgische 2de legerdivisie aflossen. Maar bij deze gevechten in Ramskapelle, in de buurt van de Uniebrug in Sint-Joris-Nieuwpoort is de 29-jarige Louis Weckx op slag gedood en hij is niet alleen. Het is 23 oktober 1914.

Samen met nog vele anderen wordt Louis Weckx pas op 1 december 1914 begraven door sergeant Van Massenhove van het 6de Linieregiment 2/I in een massagraf bij de hoeve ‘’t Blauwhof’ op  ongeveer één km voor de loopgraven van Ramskapelle. Het is onduidelijk of de stoffelijke resten van Louis later werden teruggevonden en herbegraven. Op de Belgische Militaire Begraafplaats van Ramskapelle is van hem geen spoor. Deze begraafplaats ontstond na de oorlog. Veldgraven uit het onder water gezette gebied en graven van op gemeentelijke begraafplaatsen uit de buurt werden samengevoegd. Er zijn 632 grafstenen, waarvan ongeveer 400 naamloze.

Op 05-05-1919 schrijft weduwe Weckx-Van der Avort vanuit Merksplas (Molenzijde) om aan het leger de dienststaat van haar overleden man op te vragen.

Op 11-05-1919 schrijft de directeur van de Weldadigheidskolonie van Merksplas aan de Kolonel (Commandant van het 5de Linie te Antwerpen) om de dienststaat van Louis WECKX op te vragen.

Op 20-05-1919 antwoordt de Kolonel dat hij geen dienststaat kan opmaken, omdat de registers van 1914 verloren zijn gegaan. Hij kan alleen de onofficiële gegevens i.v.m. het overlijden en de begraafplaats geven. Als de directeur meer weet, wil hij dit ook vernemen.

Op 19-07-1919 schrijft Ferdinand Van der Avord naar de Minister van Oorlog om te informeren naar het geld, de juwelen en decoraties die toekomen aan zijn schoonzoon Louis Weckx. Hij veronderstelt dat zijn schoonzoon bovenop de decoratie voor 10 jaar goede en trouwe dienst, in de oorlog nog 3 onderscheidingen heeft verdiend. Volgens wat hij heeft vernomen, werden het geld, de juwelen en de decoraties reeds in ontvangst genomen voor luitenant Baeten die de dag na zijn schoonzoon sneuvelde. Hij vraagt ook naar de bezittingen die op het lichaam van Louis zijn gevonden, als herinnering voor diens dochtertje. Hij schrijft dat de weduwe van Louis ook vraagt naar de vergoedingen voor zijn diensten van voor de oorlog. Ze zou met dat geld een kleine handel kunnen beginnen om van te leven.  

Een ongedateerd documentje van ‘Aide et Protection’ vermeldt de som van 3915 frank, die later opgeteld wordt bij de 0 frank strijdersbegiftiging die het Strijdersfonds uitbetaalt. Waarschijnlijk gaat het hier om een soort steun voor weduwen en wezen van militairen. De ‘decoratie voor 10 jaar goede en trouwe dienst’ en de ‘vergoedingen voor zijn diensten van voor de oorlog’ waarover de schoonvader het in zijn brief heeft, Louis Weckx is nl. vanaf 1903 beroepsvrijwilliger geweest in het leger.

Op 09-01-1920 krijgt de schoonvader antwoord i.v.m. de decoraties: ‘Uw schoonbroer (hier vergist hij zich wel, hij bedoelt ‘schoonzoon’) zal door een volgend Koninklijk Besluit de decoraties postuum toegekend krijgen. Deze kunnen echter alleen maar aan de rechtstreekse familieleden (tot broer of zus) uitgereikt worden na voorlegging van een attest dat ze dat ook werkelijk zijn.’  

Op 29-05-1920 spreekt de rechtbank van 1ste aanleg te Antwerpen het vonnis uit over het overlijden van Louis WECKX.   

Op 13-10-1920 vraagt de weduwe zelf de decoraties aan waarop haar overleden man recht heeft. Het KB volgt op 19-01-1921. Op 8 augustus 1921 neemt de weduwe de volgende decoraties in Mechelen in ontvangst: ‘Ridder in de orde van Leopold II  met palm’ en ‘Oorlogskruis met palm’.

Op 29-03-1922 schrijft de weduwe van Louis WECKX (inmiddels hertrouwd met een zekere MORTIER of MORTIERS) in het Frans vanuit Turnhout (Oude Vaartstraat nr 67) naar de Kwartiermeester om te vragen of ze recht zou hebben op de dotatie voor oorlogsstrijders als weduwe Weckx Louis Prudent Modest sergeant majoor bij het 5de linieregiment, stamnummer 51879, geboren op 17 maart 1885 te Zichem, gevallen te Ramskapelle op 23 oktober 1914, en waar ze zich moet wenden om haar rechten te doen gelden.

Louis WECKX heeft frontdienst gedaan van 1 augustus 1914 tot 23 oktober 1914 = 2 maanden en 23 dagen: hij heeft dus geen recht op frontstrepen. Na berekening door V.O.S. blijkt dat de weduwe voor 3 maanden frontdienst recht heeft op 225 frank strijdersbegiftiging. Na aftrek van de 300 frank familiebegiftiging, heeft ze nog recht op 0 frank.

Op 19-05-1922 schrijft de kwartiermeester van het 5de Linie vanuit Antwerpen naar de burgemeester van Zichem om te informeren naar het actuele adres van de familie van Louis WECKX die voor zijn inlijving bij het 5de Linie in Zichem woonde.  Hij wil nog onderzoeken of Louis Weckx in aanmerking komt voor frontstrepen.

Op 3 augustus 1922 maakt stad Antwerpen t.a.v. Krijgsbegravingsdienst te Brugge een gelijkvormig afschrift van de overlijdensakte van Louis Weckx  opgesteld door de burgerlijke stand van Antwerpen krachtens het vonnis van de rechtbank van 1ste aanleg te Antwerpen d.d. 29-05-1920.